Marnix Visser
zijde had ook een nummer, maar dit nummer is helaas niet meer op
de in Akersloot gevonden brandspuitpenning te lezen.
Brand vormde in de grote steden van Nederland een zeer groot ge
vaar. Het vele hout, dat voor de bouw van de huizen gebruikt werd
en het feit dat de huizen in de stad dicht tegen elkaar stonden, maak
ten het noodzakelijk dat er een brandweermacht nodig was die even
tuele brandschade zo veel mogelijk kon beperken. Om te voorko
men dat vuur een ramp kon veroorzaken, nam de overheid de
nodige maatregelen en zorgde voor personeel en materiaal. Om
streeks 1600 besloten de politiek verantwoordelijken van Am
sterdam, dat iedere brandweerman een penning moest krijgen.
De brandweerman diende deze penning te overhandigen aan
een brandmeester of moest deze penning in een daartoe be
stemde bus steken. Meestal was deze bus vastgemaakt aan de
bluspomp. Zodoende kon men de aanwezigheid van de brand
weerman vaststellen (ivm de te betalen vergoeding).
De brandspuit-aanwezigheids-penningen zijn meestal gegoten uit
messing (geelkoper) en hebben een gladde rand. Soms werden ze
ook wel in brons of zilver geslagen. Op de penningen van de Noor
delijke Nederlanden komen meestal voor: het wapen van de gemeente
of stad en het ingeslagen bluspompnummer.
Hoe zou deze penning in Akersloot zijn terechtgekomen?
Bronnen:
1 Informatie dr. H. Jacobi van het Koninklijk Penningkabinet te Leiden (KPK
1998).
2 Zie De Groene Valck nummers 2 en 4 (1982).
3 Doctoraalscriptie A.C.J. Vermeulen 1981"Akersloot een zeevarend dorp".
4 Zie De Groene Valck nummer 21 (1990) en nummer 31(1995).
5 M. Nuijttens (1994), "De brandspuitpenningen van de Noord- en Zuidelijke
Nederlanden".
57