Tot voogden van de kinderen uit haar tegenwoordig huwelijk,
haar man Cornelis en zijn broers Jan en Teunis. (bron: NAA
inv.nr. 689).
Maartje kon niet schrijven en zette als handtekening deze tekens.
Ruim vier jaar na het overlijden van Maartje (Cornelis is inmid
dels ook overleden) gaat het fout met de erfenis van de kinderen.
De voogden Jan Soon, Jan Ivangh en Gijsbert Pietersz, de laatste
twee in de plaats gekomen voor Cornelis, vragen toestemming aan
schout en schepenen om het goud en zilver en de herberg ge
naamd "De Oude Prins" met al zijn toebehoren te mogen verko
pen. Als argument hiervoor werd gebruikt: dat de voogden zonder
de opbrengst hiervan absoluut niet in staat waren de kinderen te
onderhouden. Bovendien was "De Oude Prins" in een dusdanige
staat van onderhoud, dat er nodig een aantal reparaties moesten
worden verricht. Ook hiervoor ontbraken de contanten.
Er werd geen toestemming gegeven om het goud en zilver te
verkopen. "De Oude Prins" echter werd publiekelijk geveild en
bracht een bedrag van f. 800:0:0 op. De koper was Arie
Sijssen.(bron: Oud Recht Bergen no. 2192).
42