Sedert 1923 echter bestaat het raadhuis uit 5 lokaliteiten met
grooten zolder en andere aanhorigheden, terwijl de
vloerbedekking met linoleum een uiteraard grooteren arbeid
vergt dan vroeger met een zandvloer.
Door de vele nevenbetrekkingen kon de toenmaligen veld
wachter deze nevenfunctie voor de daaraan verbonden wedde
(f 210,-) waarnemen. Zou de tegenwoordige wedde inder
daad op peil moeten worden gebracht om geschikte gegadig
den te verkrijgen dan zou deze minstens moeten worden ver
dubbeldhetgeen tot gevolg zou hebben het vol-noodlijdend
worden der gem.financiën.
Nu de tegenwoordige veldwachter en diens vrouw genegen
zijn deze functie tesamen uit te oefenen voor de daaraan ver
bonden wedde, kan dit voorkomen worden.
Bovendien wordt daarmee bereikt dat alleen betrouwbaar
gemeentepersoneel het raadhuis betreden op tijden dat daarin
geen secretariepersoneel aanwezig is, hetgeen van groot be
lang wordt geacht.
Het wil ons voorkomen dat de vervulling van deze functie
door den gemeente veldwachter en gedeeltelijk door zijn
vrouw zeer wel kan geschieden zonder schade van de politie
practijk.
De veldwachter moet toch in deze gemeente zijn surveillance
diensten verrichten, zoodat het gelijktijdig doen van bode
diensten ook geen bezwaar vormt; bovendien mag hierbij niet
uit het oog worden verloren dat deze gemeente met hare ruim
2500HA oppervlakte alleen tegen een zeer hooge bezoldiging
aan anderen, deze diensten kan zien waargenomen worden.
Het is om al deze redenen, dat wij UHEG beleefd doch drin
gend verzoeken het daarheen te leiden, dat de functie van
bode-conciërge, door ons kan worden opgedragen aan den
tegenwoordigen gemeente veldwachter"
De brief van burgemeester Van den Heuvel had succes.
Op 1 oktober 1939 werd Vonk benoemd tot bode-concierge en te
vens schoonmaker van het raadhuis, tegen een jaarwedde van
ƒ210,-.
In een schrijven van 29 januari 1942 acht de burgemeester het wen
selijk dat er gehoor wordt gegeven aan de door de secretaris-gene
raal van het departement van binnenlandse zaken gegeven richtlij
nen tot het toekennen van een tijdelijke toelage voor het politie
personeel van 5% van het bruto-loon.