Deze verhoging ging in 1857 in. Het salaris van de veldwachter/
bode is dan 200,— en 50,— per jaar voor kleding.
In 1857 blijkt dat Hendrik het met "een fatsoenlijk gewaad" niet zo
nauw nam. Bij het vaststellen van de gemeentebegroting voor het
jaar 1858, werd voorgesteld de 50,— kledinggeld te schrappen,
"enwel, omdat de veldwachter alhier geen uniform draagt"Dit be
sluit werd genomen met zes tegen één stem.
Dit kon Hendrik niet over zijn kant laten gaan, hij schrijft een brief
aan het gemeentebestuur. In de gemeenteraadsvergadering van 9 de
cember 1857, werd zijn brief behandeld.
Hendrik verzoekt daarin: "dat de Raad moge terugkomen op het
besluit bij het vaststellen der begrooting voor 1858 genoomen om
hem niet verder f 50,- toelage voor kleedingstukken toe te staan, en
dat aan hem over het aanstaand dienstjaar eene toelage van 25,—
worde toegezegd dewijl de bedoelde som van 50,-, hoewel voor
kleding uitgetrokken eigenlijk een vergoeding was voor het gemis
der Posterij en hij adressant hoewel geen postlooper meer zijnde,
toch altijd ten gerieve der ingezetenen en zonder toelage van het
Rijk, nog brievengaarder is".
Het besluit hierover werd aangehouden tot de eerstvolgende raads
vergadering en werd toen afgewezen.
Het is nu 1861 en vanuit de gemeenteraad gaan er stemmen op om
Hendrik Bakker te benoemen tot ambtenaar der plaatselijke belas
tingen. Hiervoor zou hij geen loon ontvangen, maar de helft van de
opbrengst van de boetes zou voor hem zijn.
Hendrik was hiertoe niet genegen. Er staat genotuleerd: "Waarna
Hendrik Bakker benoemt werd tot ambtenaar tot de plaatselijke be
lastingen in deze gemeente tot een jaarwedde van 50,— en de helft
van de opbrengst van bekeuringen door hem geconstateerd
Wel slim van Hendrik. Zo had hij de 50,— die een paar jaar gele
den ingehouden werd, weer terug.
Dan wordt het een aantal jaren stil rond Hendrik.
In oktober 1877, Hendrik is dan 68 jaar, behandelt men in de
gemeenteraadsvergadering het verzoek van veldwachter Hendrik
Bakker om als zodanig gepensioneerd te worden.
In de notulen staat vermeld: "dat genoemde veldwachter zijn func
tie veertig jaar Icing met ijver en trouw heeft vervuld en dit thans
niet meer kan doen, wegens een gebrek aan zijn gez.igt.
