indien UEd. niet verkiest dat die door Jacob Bakker wordt waargenomen, verzoek ik UEd. ervoor te zorgen, dat spoedig op een betere wijze in de posterij alhier wordt voorzien... Ook aan de Inspecteur van de Posterijen in Utrecht, werd een brief geschreven. Hierin werden de problemen uitvoerig beschreven en ook werd duidelijk gemaakt dat de postbode een toelage van de ge meente ontving. "Als door toedoen van de directeur uit Alkmaar de post minder geregeld gaat, zou de gemeenteraad weieens zwarigheid kunnen maken, dit te blijven toestaan Na veertien dagen kwam het antwoord. De inspecteur schreef daarin, o.a. "Dat op den voorgrond moet worden gesteld, dat in deze zaak een Directeur van een Postkantoor en wel een der verdien stelijkste ambtenaar in zijn vak (omtrent ik met opregtheid kan getuigen dat het betrokkene publiek zich, wat de beharti ging der Postdienst aanbelangt, gelukkig kan rekenen hem in die betrekking te hebben Hij verzoekt de burgemeester dan ook; de postbode en zijn zoon hierover te onderhouden en aan de directeur van het postkantoor hun verontschuldigingen aan te bieden over het gebeurde en beter schap beloven. Of Hendrik zijn excuses heeft aangeboden, dat vermelden de boe ken niet. Wel staat vast dat hij als postbode werd ontslagen. Vanaf die tijd kreeg Akersloot een vaste postbode en bekleedde Hendrik nog maar twee functies n.1. die van gemeentebode en dorpsveld wachter. In de raadsvergadering van 18 september 1856, werd een verzoek van Hendrik in behandeling genomen. Hij vraagt om verhoging van zijn jaarwedde, dit omdat hij ontslagen is als postbode en daardoor de 100,—moet missen, die hem jaarlijks door het gemeentebestuur als toelage werd uitgekeerd. Als argument voerde Hendrik aan, dat van de 100,— die hij ontving, 50,— voor kledinggeld bestemd was. En dat zijn betrekking als bode en veldwachter veel moeilijker is geworden, omdat de burgemeester in Uitgeest woont, waardoor hij zich dagelijks naar Uitgeest moet begeven. Bovendien is hij nog altijd bestelhuishouder van de Posterijen. Na enige discussie door de raad werd hem een loonsverhoging van 50,— plus 50,— kledinggeld toegezegd, "waarvoor hij echter verpligt zal zijn zich altijd in een fatsoenlijk gewaad te presenteren

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2001 | | pagina 13