ijls van dien
en drukken.
1 arbeiders-
/as. Niet dat
1 terug moet
tegendeel is
in een groot
één van de
hien zal dit
ils ik terug-
vare zorgen
de voor ons
)ts dat mijn
e stond.
at een mens
in het haast
gt naar mijn
sn saluut te
maar toch
im ik op de
zeggen een
?1 was, naar
ïtrek, in die
eerling, om
april 1918.
>ij mijn eer-
n die dagen
een jongen
ders was er
u worden in
on zich niets
ens malaise
Jan Tijmes
Maar helaas, naar spoedig bleek, met een zeer ernstige ziekte. Hier
voor werd ik opgenomen in een ziekenhuis, waarvan ik na ruim
anderhalf jaar overgeplaatst kon worden naar een sanatorium. Ik
kan nu soms nog niet begrijpen dat ik inderdaad overgeplaatst werd,
maar de schitterende, liefdevolle verpleging daar leidde naar een
nieuwe horizon.
Toch bleek mijn optimisme van toen nog even voorbarig, want op
nieuw kwam de pechduivel om de hoek. Na drie weken sanatorium
leven viel ik weer in. Maar geduld is een schone zaak; zo ook hier.
Direct kon ik toen tijdelijk in de plaats komen van mijn broer, die
zijn militaire dienstplicht moest gaan vervullen. Dat betekende voor
mij een keerpunt in mijn werkkring. Ik kwam namelijk op een fa
briek voor houtwaren. Ook het werk op deze fabriek moest ik spoe
dig opgeven, maar die patroon heeft er toen voor gezorgd dat ik op
een meelfabriek werd geplaatst. Dat was in het najaar van 1923. Bij
die firma ben ik sindsdien in dienst geweest. Inmiddels was mijn
leven gewoon, normaal
doorgegaan. In 1930 trad ik
in het huwelijk. Als mijn
woonplaats koos ik
Akersloot. Dat was in ver
band met mijn werk wel een
beetje ver gezocht, gezien
mijn werk in Wormerver
was. Maar een mens z'n zin
is een mens z'n leven.
Zo was ons leven regelma
tig. Ja, met beperkte wel
stand, mag ik gerust schrij
ven. Werkeloosheid heeft mij
niet getroffen. Geen dag was
ik buiten het productie
proces. Ik had een werkkring
die mij voldeed.
Tot opeens de gruwel van de
oorlog ons mooie land overviel en ook ons niet spaarde. Sindsdien
is alles snel opvolgend gegaan. De ene slag op de andere moesten
wij incasseren. Maar het gruwelijkste was wel mijn deportatie naar
Duitsland. Natuurlijk ga ik niet daarover schrijven. Genoeg als ik
daarvan schrijf dat ik in januari 1944 terug wist te komen.
85