agrarische voorlichting en onderzoek op het gebied van de landbouw.
Boeren worden aangemoedigd hun krachten te bundelen in
coöperaties, waardoor zij dingen kunnen doen die voor een enkele
boer onbetaalbaar zijn. Ook trekken landbouwvoorlichters de dorpen
langs om de nieuwste staaltjes landbouwkunde uit de doeken te doen.
Door gezamenlijke inkoop van kunstmest kunnen boeren tegen
gunstige prijzen goede kwaliteit kunstmest aanschaffen. Ook de
mechanisatie krijgt door de vorming van coöperaties een impuls.
Op het land verschijnen grasmaaimachines, kunstmeststrooiers en
rijenzaaimachines, die overigens nog stuk voor stuk door een paard
moesten worden getrokken. Het landbouwonderwijs wordt verbeterd
door de oprichting van landbouwwinterscholen. Na 1895 maken de
meeste veeteelt sectoren een opmerkelijke groei door. Aan de
vooravond van de Eerste Wereldoorlog zelfs van vijftig procent.
Tussen 1893 en 1914 stijgt de Nederlandse boterproduktie met
honderd procent en verdrievoudigt de export ervan. De uitbreiding
van het wegen- en spoorwegennet werkt daar flink aan mee. Ook de
uitvoer van kaas groeit naar het dubbele.
Veel sterker dan die van boter en kaas stijgt de produktie van
melk doordat de melkopbrengst per dier sterk toeneemt en de
fokmethoden worden verbeterd. Het instellen van stamboekrassen
in de jaren zeventig van de negentiende eeuw begint nu zijn vruchten
af te werpen. Vooral het Friese stamboekvee wordt in de gehele
wereld beroemd om zijn melkgift. Bovendien leidt de
grondverbetering en het toenemende gebruik van kunstmest tot een
sterk verbeterde grasproduktie, ook op de armere weilanden. Tussen
1895 en 1914 stijgen de hooiopbrengsten soms wel tot het
dertigvoudige. Hierdoor kan de stalvoeding zodanig verbeterd
worden, dat de melkproduktie ook in de wintermaanden op peil blijft
en haar seizoenmatig karakter verliest. Een bijkomende factor is de
mechanisering van de hooiwinning door het inzetten van
maaimachines. Pogingen om ook het melken te mechaniseren
mislukken aanvankelijk. Wel maken de rundveehouders dankbaar
gebruik van een nieuwe Amerikaanse vinding, het prikkeldraad. Het
gebruik ervan stelt hen, beter dan vroeger, in staat hun dieren op
systematische wijze te laten grazen op bepaalde delen van hun
weidegronden. Deze ontwikkeling binnen de rundveeteelt gaat
gepaard met een bijna revolutionaire omwenteling in de
zuivelbereiding. Tot dusver worden boter en kaas voornamelijk
gemaakt op de boerderij. Nu verschuift de bereiding ervan in snel
tempo naar de fabriek, waarna deze produkten een wijde verspreiding
krijgen. Dat is niet alleen qua kosten voordeliger, maar komt ook de
kwaliteit ten goede.