/ezig, maar
achterhaald
kend geen
gleraar een
n. Is eerder
;n probeert
dag.
ns. Voor de
k wonende
;ulen en de
de verkoop
oor de som
tanvaard in
;n lijdende
i, onder en
echtmatige
nden en het
t de koper
int hij heeft
gesteld om
ilie terecht,
inuari 1867
;ustus 1836
er, geboren
a kinderen.
Oma Antje Sprenkeling
en opa Jacob Kerssens
In 1859, het jaar van zijn huwelijk, verhuist Maarten van
Krommenie, waar hij het vak van zijn vader, Paulus Egb Karstens
(Kerssens), papiermakersknecht uitoefent, naar Akersloot, waar hij,
waarschijnlijk na sollicitatie, molenaar wordt op de nog bestaande
watermolen "De Noordermolen". Op een gegeven moment neemt
zijn zoon Paulus dit beroep van hem over. Hij zelf is dan nog tuinder
en bloembollenkweker en woont dan in de Hoogegeest. Zijn
woonhuis, gelegen aan de noordzijde van nummer 22, is later
gesloopt.
Op 19 februari 1895 trouwt Jacob met Anna Sprenkeling uit
Castricum. Opa is 39 jaar als hij op de Dorpshoeve komt waar hij
samen met opoe met hart en ziel zal werken om zijn bedrijf gaande
te houden. Zij krijgen zes kinderen: Leentje (1896-1958), Joop
(1898-1948), Tinus (1901-1969), Jan (1903-1957), Grietje (1905-
1968) en Paul(1909-1977).
In later jaren helpen zij zeker hun ouders bij de werkzaamheden
op de boerderij. Zoals nog zal blijken doet dat met name hun zoon
Tinus.
In die beginjaren maakt de landbouw een grote en belangrijke
ontwikkeling door, die met name van invloed is op de veeteelt. De
agrarische sector komt de zware klappen van de crisis van het eind
van de negentiende eeuw redelijk te boven. Door die crisis zijn de
grote tekortkomingen op drie terreinen van de Nederlandse landbouw
duidelijk gemaakt: de kennis van landbouwtechnieken, organisatie
van de agrarische sector en mechanisatie. In Nederland begint dan
de overheid meer aandacht te besteden aan landbouwonderwijs,
59