Op een gegeven moment laatje de jongens los, de een kreeg verke
ring, de ander kreeg verkering. En wie geen verkering kreeg bleef
op het overhouwersweidje.
Gon woonde toen op de Julianaweg in die stolpboerderij (toen no.
228, nu no. 77). Haar vader en moeder kwamen er in 1937 te wo
nen. Ze woonden aan de westkant, het werd in tweeën bewoond.
We gingen vaak te kaarten bij Neel, de zuster van Gon die getrouwd
is met Lou Stuifbergen.
Dansles heb ik ook nog een blauwe maandag gehad, in "De Vriend
schap". Ik vond het niks en zat meer aan het buffet dan dat ik danste.
We hebben acht jaar verkering gehad. Gon was drie-en-twintig en
ik vijf-en-twintig toen we trouwden op 17 februari 1955. De brui
loft was bij Gon thuis. Je trouwde 's morgens en daar zat je dan de
hele dag met de familie. Het was heel slecht weer, het sneeuwde die
dag. Jan Hollenberg bracht ons met de auto naar Limmen voor de
bruidsfoto. Gon had een mooie blauwe jurk aan, dat weet ik nog
best. 's Avonds kwam er een man met een accordeon, die ging dan
een beetje zitten riedelen en dat was dan de bruiloft.
We hadden geen huis, we gingen boven bij m'n schoonmoeder in
wonen. Haar moeder vond het best, die dacht dan heb ik meteen een
beste knecht. Er was plaats voor ons want Wim ging in dienst, Aaf
ging trouwen en Arie en Jan gingen trouwen, dus vier volwassenen
met heel hun hebben en houwen de deur uit. We hadden een kamer
tje met een opklapbed en in een andere kamer een keukentje. Er was
geen stromend water maar Gon kookte toch. We zaten helemaal op
onszelf en hebben er twee jaar gewoond. Je moest bij de burge
meester vragen of je in mocht wonen. "Sparen", zei de burgemees
ter, "zorg dat je wat hebt als je een huis krijgt". Ons eerste kindje,
een meisje, werd na zes maanden zwangerschap geboren, 't Kon
niet zelfstandig ademen en je had toen nog geen couveuses. Ze is in
februari geboren en in april kwamen de eerste couveuses. Pastoor
Van den Berg heeft haar ingeschreven met de naam Christina omdat
mijn schoonmoeder zo heette.
Toen we een huis kregen toegewezen zaten we er helemaal niet om
te springen, we hadden het gezellig. En dan uit het dorp vandaan de
bagger in. Praten en praten en toen hebben we het toch maar ge
daan. Achteraf blijd, uiteindelijk was het niet verkeerd. De aanwij
zing ging bij loting en wij kregen het hoekhuis hier.