Rika Wiebes en Jaap Verduijn op de Julianaweg. Ik zat er boven op, hoorde Niek Blokker schreeu wen en sprong er gelukkig op tijd af. Ik ving hele maal niets, ik werkte voor melk en boter en af en toe slachtte hij een kalf en daar kregen we ook wat van. Ik heb daar een paar jaar gewerkt, tot 1945. Niek Blokker is later getrouwd met Geertje Blokker en hij verhuisde naar 't Stet waar hij ook boerde. Geertje leeft nu nog. In de hete zomer van 1947 werkte ik bij Niek Schoon in de tuin. Toen ik een jaar of zeventien was moest er toch wat meer geld verdiend worden. Ik ging met Piet Leyen (Azn) die Pierl genoemd werd en Jan Hollenberg (Dzn) die we Hollie noemden op de fiets naar de Hoogovens. Op dat moment hadden ze geen mensen nodig. Toen fietsen we naar de fabriek van Zonjee in Uitgeest. Jan Hollenberg deed het woord: "Wat kunen we verdienen?". De lonen waren laag. Jan Hollen berg zei: "Dat geeft m'n moeder aan een bedelaar". Wij verder op de fiets langs het kanaal naar de L.T.B. "Zijn jullie sterk?", vroeg die baas. Ja, dat waren we. We zijn daar toen alle drie aangenomen. Ik werd bijrijder en dat ben ik een-en-dertig jaar geweest. Ik heb nooit mijn rijbewijs gehaald. We brachten veevoer en kunstmest rond en ik heb als jongen van zeventien zakken van honderd kilo op m'n rug gesjouwd. Ik was zo dun als een mug, maar ik zat goed in elkaar door het sporten. Later werden de zakken kleiner want de boeren konden 't niet mannen. Al was het werk zwaar of het weer was slecht, ik ging nooit saggerijnig te werk. We waren altijd buiten en langs de weg, je maakte van alles mee, mooi en lelijk, maar je had wat te vertellen als je thuiskwam. Er is geen weggetje voor mij onbekend in West-Friesland. Ik kwam in alle dorpen en plaatsen, later ook in de Beemster en de Purmer. Er kwam een nieuwe kraan bij de L.T.B. en ik werd ook kraanmachinist. Daar was niet zoveel werk voor, alleen af en toe een schuitje lossen. Ik begon met voetbal toen ik een jaar of acht was. Samen met Aak Buur heb ik me opgegeven. Pé Putter trainde ons. Toen ik zeventien jaar was kwam ik in het eerste elftal en daar heb ik twintig jaar in gedraaid, dus tot mijn zeven-en-dertigste jaar. Als je het op een rij tje zet heb ik met heel veel jongens gespeeld, allemaal echte Akersloters natuurlijk. 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 2000 | | pagina 26