20 maart 1686: Het verslag van deze dag volgt letterlijk: "Alle ge
broken huishoudens zullen geëxcuseerd zijn om voor niet meer als
een huishouden te betalen, gelijk alsof zij niet verdeeld en waren
geweest voor zo veel als zij bij malcander zijn wonende binnen ons
dorp van Akersloot." G.D. Dam secr.
20 maart 1686: De vroedschap heeft mr. Jan Boeckholt en zijn vrouw
voor twee jaar in dienst genomen. Mr. Jan als dorpsheelmeester en
zijn vrouw Grietie als dorpsvroedvrouw. Het contract gaat in per
mei 1686. Er is één voorwaarde: zij moeten alle armen, die door de
armenvoogden worden onderhouden, pro Deo bedienen zonder enig
traktement. Jaarlijks zullen zij samen 90 gulden verdienen.
Mr. Jan ondertekent samen met G.D. Dam de secretaris.
6 december 1684: Zo aan het eind van het jaar komt een ernstige
zaak aan de orde. Het brengt het hele dorp in beroering. De vol
gende personen komen naar het raadhuis om daar als vroedschap te
fungeren: Sijmen Cornelisz Veer, Jan Adriaensz Gorter, Adriaen
Jacobsz Foppe, Jan Jacobsz de Vos, Jacob Dircksz Noort, Pieter Aris
Kromhaer, Sijmen Dircksz Slot, Adriaen Dircksz Mol, Adriaen
Govertsz, Cornelis Akersloot, Claes Jansz Kortrijck, Pieter van der
Velde, Jan Gavesz Butter, Louris Jansz Boet, Claes Wullemsz Groot,
Maerte Cornelisz Boet, Bastejaen Dircksz, Jan Verduijn, Rem Claesz,
de secretaris Gerrit Dam. Dirck Cornelisz Pluym, Jan Jansz Huysman,
Pieter Logger, Gerrit Claesz Schoenmaecker en Jan Dircksz Dam.
De grote opkomst is veroorzaakt door Wullem Jacobsz Louwe. Hij
is in slavernij "bij den Turk gevangen". Er moet een en ander gere
geld worden om hem en de andere slaven vrij te kopen. Commissa
ris Hees, tegenwoordig Gecommitteerde van de Staat, heeft opdracht
om de slaven los te kopen. Het geld dat hij daarvoor nodig heeft, zal
men onder de bevolking bijeen gaan collecteren en aan hem
"behandigen".
Vanwege het korte tijdsbestek wordt het geld op maandgeld gelicht.
Dirck Cornelis Pluym en Louris Boet verzamelden het geld bij de
volgende personen:
150 gulden van de armenvoogden.
100 gulden van Dirck Cornelisz, uit de Bootgezellenbeurs.
100 gulden van Jan Dircksz Dam.
Verder 50 gulden van:
Dirck Cornelis zelf, Sijmon Dircksz Slot, Jan de Vos, Gerrit
Schoenmaecker, Pieter Cornelis Lagger, Rem Claesz en 100 gulden
17