Het wel en wee van de Akersloter
Vroedschap in de 17e eeuw (deel 7)
14juni 1675: De schepenen van vorig jaar: Gerrit Claesz Spanjaert,
Cornelis Dircksz Dam, Jan Dircksz van 't Hoogie, Jan Jacobsz Vos
en Dingenoom Wijbrantsz, leggen aan de huidige schepenen en voor
naamste buren rekening en verantwoording af van de dorpskosten
over hun regeerjaar welke een schuld beloopt van 972 gld. 2 st. 8 p.
Men mag garen (innen) op ieder 6/10 deel: 1 gld. 6 st.
Het geld dat aan de vroedvrouw is betaald, is in de schuld begrepen.
Het "vroetmoedersgeld" zal over de huizen worden gegaard.
Aanwezig waren Jan Willemsz Boet, Rem Willemsz, Jacob Willemsz
Vijgh, Rem Claessen, Aris Pietersz Cromhaer en Gerret Claesz secr.
22 september 1675: Het is nodig dat op de schutsluis aan 't zuid-
eind van Akersloot een sluiswachter komt. Daarom wordt besloten
hierover een accoord te sluiten met de buurdorpen Limmen,
Castricum en Backum. Wel onder bepaalde voorwaarden: degenen
die in de jurisdictie van Akersloot wonen, zullen 6 a 7 maanden in
't jaar vrij zijn van schutgeld. Te weten van 1 april, of van 1 mei tot
1 november, om dan net als de anderen schutgeld te betalen.
Er wordt tot stemming besloten. Wie is voor om te gaan pleiten tot
samenwerking en wie tegen.
De voorstemmers zijn:
Cornelis Dam, Jan Dam, Claes Willemsz, Gerrit Spanjaert, Adriaen
Simensz Nee, Cornelis Geurtsz Akersloot, Jan van 't Hooghie.
De tegenstemmers zijn:
Jan Jacobsz Vos, Jan Adriaensz Cruyenaer, Jacob Dircksz van de
Noort, Jan Verduijn, Jan Jansz Huysman.
Bij de vergadering waren ook aanwezig de schepenen Jan Willemsz
Boet, Jacob Willemsz Vijgh, Rem Claesz en de secretaris Gerrit
Claesz.
3 oktober 1675: De schepenen en een groot aantal van de voor
naamste buren hebben een besluit genomen omtrent het salaris van
de vroedvrouw. Zij zal jaarlijks 125 gulden gaan verdienen met vrije
huishuur; ingaande 14 dagen na Allerheiligen eerst komende. En,
zoals we al weten, de penningen daarvoor zullen worden
gecollecteerd bij de huishoudens.
Gerret Claesz ondertekende namens de schepenen.