Het wel en wee van de Akersloter Vroedschap in de 17e eeuw (deel 6)
9 Maart 1673. De 200e penning, die volgens het "placcaet" van de Edel Grootmogenden Heren Staten van Holland en
Westvriesland, over de landen is ingesteld op 10 januari j.1. zullen betrekking hebben op de landen als volgt:
De landen onder de letter A zullen in de verponding gerekend worden op 6 gld. 8 st. de morgen. Onder de letter B op 5
gld. 8 st. de morgen en onder letter C op 4 gld. 11 st. en 7 penning de morgen. Dit geld alleen ter zake van de 200e
penning.
Het besluit is genomen door Maerten Coster de schout, Jan Adriaensz Gorter, Jacob Adriaensz Coop, Gerrit Dircksz
Dam, Jacob Dircksz van de Noort schepenen en de volgende buren als vroedschap: Gaef Dircksz Butter, Claes Dircksz
Mol, Rem Willemsz, Jan Willemsz Boet, Jacob Willemsz Vijgh en Jeroen Jansz.
6 Mei 1674. Met meerderheid van stemmen is vandaag besloten dat men van de deurwaarder zal lichten de achterstallige
en onbetaalde capitaal lening en 100e penning voor lasten van de kwade betaalders; om de ontvanger daarmee te voldoen
voor het jaar 1673.
Verder valt het besluit: wanneer het dorp tot zijn last enige ruiters of soldaten mocht krijgen, de kosten daarvan opge
bracht moeten worden door de wanbetalers van de 200e penning, zo over 1673 als 1674, guldens guldens gelijk. Schout
Maerten Coster, Gerrit Spanjaert, Cornelis Dircksz Dam, Jan Dircksz van 't Hooghie, Jan Jacobsz en Dingenoom Wijbrantsz
regerend schepenen.
Claes Dircksz Mol, Jan Jansz Huysman, Adriaen Cornelisz Schee, Jacob Cornelisz Cuyper en Allert Cornelisz oud
schepenen, en de buren: Jacob Dircksz Noort, Lourens Klerck, Jan Dircksz Dam, Dirck Bastiaensz, Cornelis Geurtsz
Akersloot, Claes Vastertsz Stierip, Jan Willemsz Boet, Claes Willemsz, Poulis Claesz, Jan Cornelisz Keesjan, Jacob Jansz
Davit, Jan Cornelisz Schee, Adriaen Jans Stierip, Mies Cornelisz Stierip, Lourens Cornelisz Woude, Rem Willemsz,
Simen Jansz Stierip, Cornelis Govertsz, Aris Cromhaer, Pieter Jacobsz Stedt, Gaef Dircksz Butter, Adriaen Simensz Nee
en Jan Lammertsz Woude. Secretaris Gerret Claesz.
24