Acht weken heb ik in het ziekenhuis gelegen en ik kreeg er daar nog een hartinfarct overheen. Ik ben dik anderhalfjaar uit de roulatie geweest. Gelukkig had ik een ongevallenverzekering. Ik kon de premie amperan betalen maar heb het toch altijd vol weten te houden. Toen heb ik wel gezegd: "Wat een geluk dat de koeien allemaal weg zijn". Als je uit het ziekenhuis komt, waardeer je de natuur. Ik kwam thuis en ik dacht: "Wat is het hier mooi, al dat jonge groen". Want na het natte voorjaar hebben we een prachtige zomer gehad. Anderhalf jaar heb ik op krukken gelopen en daarna kon ik het zware werk wel afschaffen, ook omdat ik het aan m'n rikketik had. Ik heb schapen en als ik er heen liep, achter naar de tocht, dan moest ik onderweg stoppen. In 1977 ben ik met de bar begonnen. Ik dacht: de mensen moeten een onderkomen hebben, een kantine of een bar. De boerderij moest toch verbouwd worden want de achtergevel viel er bijna uit. De boerderij is gebouwd in 1880. Maar die bar ging zomaar niet. je moest je horecapapieren hebben. Vaak werd op andermans naam gedraaid maar Siem mocht dat weer niet. Sien en ik zijn allebei horecapapieren gaan halen. Vanaf de eerste dag heeft de bar goed gelopen. Toen we een paar maanden gedraaid hadden, moest de bar toch dicht. We hadden wel examen gedaan maar de uitslag was er nog niet. Dat duurde door de vakanties een paar maanden. We hebben toen weer voor Canada geboekt, want Jaap Swart en zijn vrouw waren daar 25 jaar getrouwd. Net voor we zouden vertrekken hoorden we dat we geslaagd waren. Sien voor twee vakken en ik voor één. Engelien zei: "Gaan jullie maar naar Canada, ik gooi de tent wel open". De eerste kermis vergeet ik nooit maar nu is het nog veel mooier. Het is een reünie geworden van alle jonge mensen van 't dorp die zijn getrouwd en in een andere plaats wonen. Jan haalt met de boot al vijftig man van Oudorp. Het begint al vroeg. Ze nemen kinderwagens en wandelwagens mee, dat is toch schitterend. Dat is echt Akersloot. Ze zitten aan lange tafels, er wordt een pot gemaakt, daar gaan de lappen in en ze gaan 's avonds om een uur of negen pas weg. We hebben er altijd een paar eettenten bij want er moet gegeten worden door die jongens. Als ze blijven eten, heb je 't minst last van narigheid en rottigheid. Vijf jaar hebben we met Jan samengewerkt. Doordat moeder Sien zwaar overwerkt raakte, heb ik op een gegeven moment de knoop doorgehakt. Ik ben naar de gemeente gegaan en ik heb gezegd dat ik een huis wilde. Dat lukte niet en daarom heb ik de sloot hier dichtgegooid met zand dat bij de vaart lag en er nog een strook grond bijgekocht. We hebben de ouwe ark weggehaald en er een stacaravan neergezet. Jan is toen aan 't verbouwen gegaan in de boerderij en daarna getrouwd. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1997 | | pagina 17