We kwamen net voor de Paas thuis en ze zouden van de K.I. om de stier komen. Daar was ik bar groos op. 't Was een kaaiman, hij woog meer dan 1000 kilo en hij was 4'A jaar oud. 't Was een heel mooi, luxe beest. Hij kreeg een nieuw dek op, dan glom hij tegen je aan. Op Paaszaterdag kwam ik uit bed vandaan, ik loop de schuur in en zag dat 't dek scheef hing. 't Touwtje was losgegaan. Geen probleem, ik doe de deur open want dat beest was hen- en henmak. Aan de ene kant was de voerbak en aan de andere kant een balk van 1.80 meter hoog. Ik dacht nog: Siem, je doet eigenlijk wel link, want als hij je grijpt, kom je er nooit meer uit. Die ingeving kreeg ik. Maar Jan liep al met hem toen hij een jochie van een jaar of twaalf, dertien was en hij mestte hem uit dus ik denk: "Ben je besodemieterd" en ik loop gewoon door. Nou was die stier net een paar dagen tevoren ingespoten tegen mond- en klauwzeer. Dat is een vervelende injectie, want het serum is ijskoud. Ze gooien de naald erin in de nek bij de voorpoten. Daar krijgen de dieren meestal een hele bonk van. Dus ik haal dat touwtje er onderdoor en dat gaat toevallig precies bij die bonk langs. Die stier grijpt me en sodemietert me omhoog. Ik denk: Siem, daar kom je nooit meer uit, hij maakt me hartstikke en hartstikke dood. Toen gooide de stier me nog een keer omhoog over de balk van 1.80 meter ook. Daar stond jongvee en ik rolde er overheen tussen de pinken in. M'n been lag er zo dwars aan dat ik dacht: Daar hoef ik niet naar te kijken, dat is goed stuk. Ik geef een brul en Sjaak Mors kwam aanrennen. Die meteen Sien geroepen en de ziekenwagen gebeld. De stier heeft wel twintig minuten staan brullen, wat hij nooit gedaan had. Ik lag daar op die koegang, de deur van de box stond open, hij kon je nog een keer pakken want hij was door 't rooie lint. Ik had niet het besef om er wat van te zeggen. Op een gegeven moment roep ik: "Die stier komt er uit". Ze scheurden mij naar buiten, de deur op slot. Om een uur of tien kwam broer Jan. Hij heeft het dek van de stier gehaald en er buiten nog een rondje mee gelopen en toen weer de box in, maar er was niks meer met die stier aan de hand. Hij is niet meer voor de K.I. gegaan maar voor de dood verkocht. Intussen was ik naar 't ziekenhuis. Die stier had me maar twee keer aangeraakt, maar 't bot lag er los in. Z'n horens waren gelukkig stomp en 't is gewoon een wonder geweest dat hij me over die balk heeft gegooid, anders had ik hier niet meer gezeten. 't Was toen een gigantisch nat voorjaar. Ik had planten gezet, we moesten de camping nog klaarmaken en de booompjes planten. Sien was elke morgen om vijf uur al op. Soms reed Gerard Verduin of Sjaak Mors haar naar het ziekenhuis, maar die mensen hadden ook hun werk, dus kwam moeder Sien alle dagen twee keer op een dag meestal op het fietsie naar Alkmaar. Ik heb toen gezegd: "Beurt wat beurt, maar jij haaltje rijbewijs."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1997 | | pagina 15