Met kinderen maak je van alles mee. Op een keer, het was voorjaar 1963 en er was net riolering in het land gelegd, waren
Johan Schut en ik het bedrijf aan 't schoonmaken. Johan Schut woonde toen in het winkeltje van Koopman. Hij hield
ontzettend veel van beesten en hielp mij af en toe, ook die dag. Theo Kaandorp was er ook bij. We haalden de hooiberg
leeg, de rommel verbrandde je destijds in de gedempte sloot. We hadden een paar kleine jongens mee, dat was altijd zo.
Clasien was twee jaar, ze zat naast me op de trekker. We rijden terug uit het land vandaan, Johan Schut zat achter het stuur
en ik zat er met Clasien naast. In die tijd kwam Anton van der Eng op vrijdag boodschappen vragen en op zaterdag
brengen. We zagen hem gaan op de Kerklaan. Hij geeft een duw op die claxon en Clasien heeft dat ook willen doen denk
ik. Ze schuift zo tussen ons vandaan, valt langs het voorwiel en ligt zo recht voor de achterwielen, 't Is een fractie van een
seconde geweest natuurlijk. Ik zei "Ho!" tegen Johan Schut. Hij was niet zo snel van reactie en trapte de koppeling niet
vlug genoeg in. Dat was maar goed ook anders hadden we pal bovenop haar blijven staan. De achterwielen van de trekker
reden over haar heen en ook bedat de wielen van de wagen voordat we stil stonden. Ik denk: "Jemus Christus, daar is niks
meer van over!". Ik heb Clasien opgeraapt. De ribbels van de banden stonden op haar huid en op haar neusje. Toevallig
kwam burgemeester De Sonnaville langs om naar de riolering te kijken. Hij zag dat ik met het kind op m'n armen liep en
is met haar in de auto naar dokter gegaan. Dokter kon niks aan haar bespeuren en zei: "Leg haar maar te bed."
Ze was gelukkig onder de achterbanden terecht gekomen want het gewicht van een trekker zit onder de kleine wielen,
't Is wonderbaarlijk goed' afgekomen. De andere kinderen waren naar huis gegaan. Meestal gooiden ze hun jassen zo
maar ergens neer. Maar nu keken ze heel beduusd en hingen pittig hun jasje op. Sien zag dat er iets aan de hand was. De
kinderen zeiden: "Pappa is met een witte auto mee".
De volgende morgen om acht uur stond Clasientje al weer bij de poort op haar vader te wachten tot hij terug kwam van
't melken. Ze had er niks aan overgehouden, helemaal niks.
Er was overal water achter het huis maar daar hebben we nooit één nacht van wakker gelegen. Maar ik moet er bij zeggen,
Sien was een geweldige waakhond, ze zag dat gewoon. Engelien is een keer hier achter in de sloot gevallen. Het was een
sloot vol met watergewassen en ze bleef er rechtop in staan. Willy kwam schreeuwend aanzetten: "Engelientje te water!".
Dat is precies de enige keer geweest.
Cor heeft een keer geprobeerd te hele tent in de hens te zetten. Dat had hij van geen vreemde, want Sien mocht toen ze
klein was ook graag een vuurtje stoken, 't Was op een zondagmorgen. We hadden de hooiblazer te draaien om het hooi te
12