op afbetaling. Als er een Land- en Tuinbouw -jongerenavond was kregen we een tientje om er naar toe te gaan, maar we
bleven thuis om dat tientje te sparen.
We trouwden op 10 november 1954. Sien droeg een witte jurk en ik kreeg bij Pijnappel een pak aangemeten dat ik
helemaal niet hebben wou. Ik heb 't hier nog hangen. Dat pak is een paar keer uitgeleend, na mij zijn er wel drie in
getrouwd. Om negen uur moesten we in 't gemeentehuis zijn, om half tien was de trouwmis. De bruiloft was in Limmen
in 't café van Siem Admiraal. Daar kregen de gasten een broodmaaltijd, 's avonds warm eten en voor ze naar huis gingen
weer een broodmaaltijd want de bruiloft ging tot twee uur door.
Omdat Sien van een boerenbedrijf kwam, hielp ze mee, kalveren voeren, hooien en melken. Dat is natuurlijk ideaal als je
een boerderij hebt. Of 't nou 's morgens was of 's middags, ze zei nooit nee. Toen ze nog niet getrouwd was werkte ze al
in grote gezinnen. Om vier uur aardbeien plukken, melken, alles heeft ze gedaan.
In het begin heeft Sien het hier een beetje moeilijk mee gehad. Ze kwam van 't Zuidend, de eerste boerderij over de brug
in de Limmerkoog. Hier had ze buren naast zich en dat was ze niet gewend.
Grassen ging altijd gezamenlijk, met Jan Broersen, Jaap Veldt, Piet Meijer, Cees Swart en mijn persoontje, dat noemden
we de grasclub. Op een zaterdag, Sien liep al twee dagen met weeën van Willy en toen kregen we de hele club voor warm
eten.
We kregen zes kinderen, drie jongens en drie meisjes: Willy, Engelien, Cor, Clazien, Jan en Sjaak.
De wasmachine stond in het boenhok en Sien zette de ketel op het peteroliestel. Vandaag de dag heb je het knopje maar
om te draaien. Dat was in haar tijd niet zo. Als de was hing, ging ze mij helpen, kalven voeren of melken, 't maakte niet
uit. Ik heb al zo vaak gezegd: "De opvoeding begint vanaf de eerste dag". Wanneer we aan 't melken waren, stond de
kleinste in de kinderwagen of in de kinderstoel in de stal. Sien maakte altijd daags tevoren chocolamelk en als de kinderen
wakker werden, pakten ze hun bekertje en gingen koeteren en spelen heen. Je hoorde ze nooit. De grootsten mochten mee
naar de stal.
Of ik nou in 't hooiland was of bij 't Overdie, als de school uit was, kwam ze met de kinderwagen of wandelwagen
aanzetten, net wie er in zat, alle jongens mee, met koffie en een pakkie brood.
10