7 Augustus 1668. Het plan om de korenmolen opnieuw te verhuren heeft vaste vorm aangenomen. Willem Lievensz de Mol is de nieuwe kandidaat. Hij kan de molen huren voor driejaar of langer, ingaande mei 1668 tot april 1671, tegen dezelfde condities welke op 5 januari 1653 zijn vastgesteld. Echter aangevuld met de volgende voorwaarden: - Hij zal I/2 stuiver in plaats van 2 stuivers verdienen aan het malen van een zak bonen, erwten, gerst of haver. Moet iets tweemaal gemalen worden, dan ontvangt hij dubbel geld. - Hij moet zorgen voor de zeilen en het touwwerk dat bij de molen aanwezig is en dit voor eigen rekening onderhouden. - De huur opbrengen en betalen, 92 gulden in drie tentlijnen, telkens 1/3 part. De le keer op Akersloterkermis, de 2e termijn een jaar later enz. tot 1670. - Aan huur moet het le jaar 15 gulden worden betaald, het 2e en de volgende jaren 20 gulden. - Indien de molenaar na de laatste mei van de molen moet vertrekken dan zal hij twee jaar geen huur hoeven te betalen. Hetgeen hij dan al betaald heeft, krijgt hij terug. Wanneer hij zelf de huur opzegt, moet hij wel betalen. - De kosten die hij aan de zeilen en het touwwerk heeft gemaakt, worden hem na taxatie gerestitueerd. Wanneer het materiaal nog maar weinig gebruikt is, worden de kosten volledig vergoed met kontant geld. - De opzegtermijn is drie maanden. De overeenkomst is getekend door: Willem Lievensz de Mol en de schepenen Jan Jansz Huysman, Jan Willemsz Boet, Rem Tuenisz Baes, Dirck Lambertsz Schoenmacker, Dirck Gerretsz Dam en de de secretaris Gerret Claesz. A. Stierp-lmpink (wordt vervolgd)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1996 | | pagina 5