Voor vrachten naar o.a. Bakkum en Castricum namen kleinere schepen in het Limmergat
op het Alkmaardermeer de vracht met handkracht over van de grotere schepen en
andersom werden vrachten die vanaf de Schulpvaart kwamen, voornamelijk schel
pen, in het Limmergat overgeladen op grotere schepen. De schippers van Limmen,
Bakkum en Uitgeest maakten ook vaak gebruik van deze vaarweg zodat er soms op
één dag wel veertig schepen in het Sluisje werden geschut. Het tarief dat de schippers
aan sluisgeld moesten betalen, was bijvoorbeeld in 1931voor een motorboot 0,25,
voor een schuit of vlet 0,20, voor een praam 0,15 en voor een kleine schuit of
roeiboot 0,10. Deze prijzen waren voor de heen- en terugvaart; bovendien was bij
dit bedrag ook het ophalen van de brug inbegrepen.
Via de Schulpvaart werden ook bouwmaterialen naar Limmen, Bakkum en Castricum
vervoerd voor de bouw van kerken en van "Duin en Bosch".
Een schip dat vaak uit Friesland naar Akersloot kwam, was de verlengde klipper van
Meindert Deen "De Goede Verwachting". De lading werd in het Limmergat overgela
den op kleinere schepen.
Vaak moest er ook in 't donker gevaren worden. De schippers ontstaken dan olielam
pen, rood voor bakboord en groen voor stuurboord. Soms werd er tegen een boei
aangevaren maar de meeste schippers kenden de waterwegen en het meer goed.
Er waren ook moeilijke en bijzondere vrachten. In 1951 vervoerde Henk Verduin met de "Meeuw" een stalen molenroede
vanaf Poland in Heerhugowaard naar de Noordermolen in Akersloot. De roede was 22 meter lang en stak 11 meter voor
de schuit uit. Het hart van de roede lag vóór op de roef en stak bij het schutten in het Sluisje boven de deur uit. Op dezelfde
wijze werd een jaar later een molenroede vervoerd voor de Dorregeester molen.
De schippers uit Limmen die over de Schulpvaart voeren waren:
- Dirk Kuyper met de "Maarten" (Kromhoutmotor). Dirk Kuyper was voorheen schippersknecht bij Gerrit Verduin.
- Klaas Kuyper met de "Emerentiana" (Kromhoutmotor)
Klaas Molenaar op "De Gezusters"
35
