Diefstal
In "De Groene Valck" no. 29 heeft u kunnen lezendat de polderjongens of kanaalwerkers over het algemeen niet erg
gezien waren hij de plaatselijke bevolking. Ze ontvingen van de aannemers vaak géén of onvoldoende brandstof en
voedsel. Het gevolg hiervan was dat de kanaalwerkers bij de bevolking gingen stelen. Niet alleen hout (brandstof),
schapen en kippen. Zoals uit onderstaand procesverbaal blijkt, was kleding ook zeer in trek.
Aan den Heer Officier van Justitie.
Hiernevens heb ik de eer UEG. over te zenden 2 processenverbaal betrekkelijk zeeker diefstal op gister binnen deze
Gemeente gepleegd. Nadat ik het eerst hedenmogen te Zes Uur had opgemaakt, heb ik eene huiszoeking bij de arbeiders
aan het Kanaal in het werk gesteld met dat gevolg, dat ik de goederen in het nader opgemaakt procesverbaal hierbijgaand
vermeld, heb wedergevonden.
Wordend door zeer veelen dezer werklieden eenparig verklaard dat op gister in den namiddag een onbekend persoon deze
en meer goederen te koop heeft aangeboden.
De goederen door mij in provisioneele bewaring genomen stel ik ter dispositie van UEG. Hoezeer het mij bijzonder
aangenaam zoude zijn wanneer dezelve ten spoedigsten aan den persoon van J.R.van den Dam en zijne huisvrouw (zeer
behoeftigen lieden) in welke ik niet twijfel dat daarvan de rechtmatige Eigenaars zijn, kunnen worden teruggegeven.
De Schout van Akersloot J. Schoehuizen.
Procesverbaal
Op heden den 25 April 1825 des morgens te 6 Uur, compareerde voor mij Schout der Gemeente Akersloot de persoon van
Jan Reyersz van den Dam van beroep arbeider, wonende in het huis No. 36 te Akersloot. Te kennen geevend dat op gister
in den namiddag tusschen half 2 en half 4 Uur, terwijl hij zich met zijne huisvrouw in den Kerk bevond, uit zijn huis is
gestolen het volgende te weeten: 2 Linnen Beddelakens, 3 Kussenslopen, 1 Sergen Camisool, 1 mans onderbroek, I dito
29