Om de kost te verdienen ging vader ook peterolie verkopen en op zondag ijs.
De bakfiets had een vierkante bak. Daar kon ook een ijskar van gemaakt worden. Aan de zijkanten werden witte plankjes
met haakjes opgehangen en op de bovenkant werden ook witte plankjes gelegd. Een ijskar moest wit zijn. De bak kon er
ook af en dan werd er op het onderstel een peterolietank gelegd. De bakfiets was dus op zondag een ijskar, op woensdag
een peteroliewagen en voor de rest van de week een winkelierswagen.
Klaas van Til was de eerste die ijs verkocht in Akersloot. Hij werd kwaad toen vader ook ijs begon te venten. Klaas van
Til stond bij het voetbalveld met zijn ijskar. Daar mocht vader niet komen omdat het concurrentie was. Vader stond dan
bij de jachthaven, want hij moest toch z'n brood verdienen.
Dat ijs werd niet zelf gemaakt. Het werd bij Kraakman aan de Visweg in Limmen gehaald. Kraakman maakte zelf ijs en
ventte in Limmen. Ik heb menigmaal op zondag ijs met de bakfiets gehaald. Eerst naar de vroegmis van half acht en dan
over de betonweg naar Limmen. Op de terugweg had ik hier en daar al een klantje. De mensen wisten dat je langskwam.
In de ijskar zat een ton met ijs en daarin een blik met schepijs. Zo bleet het ijs de hele dag goed. Er zat ook een bel op de
ijskar. Als 't op zondag slecht weer was en al het ijs niet was verkocht, werd het niet weggegooid. De volgende dag als het
was gesmolten kregen we het als pap.
Op woensdag ventte mijn vader met peterolie. De peterolie werd met een tankwagen gebracht. Aan de Westerweg hadden
we vaten van 200 liter. Dat pompten we over in de tank die op de bakfiets lag. Piet Blokker die op de Julianaweg
tegenover slager Hoogland woonde had ook een peteroliekar.
Vroeger werd er verschil gemaakt tussen protestante en katholieke winkeliers. Mijn vader verkocht goed. Hij was katho
liek en had een groot gezin en de mensen dachten dat hij geholpen moest worden.
Er waren meer kruideniers in de buurt. Je had Tambach op de hoek van de Buurtweg, Piet Scheepbouwer op de hoek van
het Dielofslaantje (waar later Van der lest woonde) naast schoenmaker Graas en het winkeltje van Koning in de Breede-
laan. Er werd in die tijd niet geadverteerd, maar vader kon goed klanten winnen en hij had voor zijn doen een aardige
uitbrengwijk.
Winkelierswaren kwamen bij grossiers uit Alkmaar vandaan. Ze werden gebracht door vrachtrijder Van Kleef, die begon
nen is met paard en wagen. Sommigen lieten door hem de was naar de wasserij brengen en anderen lieten hem vlees in
14