in Elst-Amerongen gewoond. Toen daar gebombar
deerd werd, zijn we gevlucht. Mijn schoonvader lag
toen met zijn schip "De Familietrouw" in Eist. We
vluchtten naar zijn schip maar toen dat ook gevor
derd werd, werden we via de gemeente een jaar bij
een boer in de buurt van Wijk bij Duurstede onder
gebracht. In april 1945 is Coby daar in een paarde-
stal geboren.
Na de oorlog zijn we weer gaan varen. We voeren op
de klipper "Nooit Volmaakt" een motorschip van
98 ton dat ook onder zeil kon varen. Op dat schip
voer Klaas van ome Piet als knecht mee. Ik liep een
keer naast de klipper "Nooit Volmaakt" in 't zeel.
Gerard, Nelly en Coby liepen naast me.
Gerard rende een stuk vooruit naar de spoorlijn. Ik
wist niet hoe gauw ik hem te pakken moest krijgen.
Bakker Piet van Baar bezorgt brood op de "Jan". Foto ±1960. In 1946 kon Andries weer voor zijn oude baas Van
Leeuwen uit Vreeswijk, die ziek was en in de stuur
hut lag, zand en grind voor Ruigewaard gaan varen op de "Lidia Maria en ik woonde toen met de kinderen in een
bouwkeet van Kees de Groot aan de Pontweg bij de Jachthaven. In die keet hebben we vier jaar gewoond en daar is
Anneke in november 1947 geboren. Haar hartje was niet in orde. De dokter is op een dag van half twee tot half negen
geweest. Anneke kreeg warm- en koudwaterbaden en werd met veel warme kruiken in haar wiegje gelegd, 's Avonds om
half tien overleed ze, precies één maand na de geboorte. Ze is in Akersloot begraven.
Het was geen gelukkige tijd toen we in de keet woonden want Gerard kreeg hersenvliesontsteking en werd naar het
ziekenhuis gebracht. Andries lag met zijn schip bij Lobith. Hij moest meteen thuiskomen en is twee weken thuisgebleven
omdat Gerard in levensgevaar was. Gerard heeft wel zes weken in een kamertje apart gelegen. Gelukkig is alles weer
8