Verteld aan en opgetekend door Ria Louwe.
We repeteerden ook bij Arie Verduin in de zaal. Dat
kon toch koud zijn in de winter. Er stond een grote
kachel waar we met z'n allen omheen gingen zitten.
In de pauze kwam Mien Verduin altijd met een grote
pot koffie.
In de tijd dat ik bij het toneel kwam hadden we veel
donateurs. De prijs van een entreekaartje was toen
1,25. Er werden twee uitvoeringen gegeven dus de
donateurs moesten 2,50 per jaar betalen. Voor veel
mensen was dat een hoop geld. Daarom moest ik elke
maand bij de donateurs langs om een paar dubbeltjes
op te halen. Sommige mensen zeiden dan: "Ben je d'r
nou al weer". Ik moest het bedrag op een kaart af
schrijven en het geld aan Cor Kaandorp, die penning
meester was, afdragen. Ja, de tijden zijn veranderd, nu
gaan de mensen er gewoon heen.
De leden van de toneelvereniging spaarden zelf ook
maandelijks een bedrag. Dat geld was bestemd voor
het jaarlijkse uitje. Je leefde gewoon naar het uitje toe. 's Avonds gingen we dan meestal lekker ergens eten en daarna naar
een voorstelling, bijvoorbeeld in Carré. Daar kwam je normaal nooit aan toe.
Sinds kort ben ik weer bij het toneel. Ze hebben me gevraagd als souffleuse. Als het kan, zou ik dit heel graag blijven
doen. Ik hoop dat Sint Willibrord nog lang mag blijven bloeien en groeien. Het mag nooit ophouden, want er hebben
zoveel mensen plezier aan. Met "De Jantjes" hebben we drie avonden gespeeld en ongeveer 700 mensen gehad. Maar ook
bij de andere uitvoeringen hebben we altijd de twee avonden dat er gespeeld wordt, een volle zaal.
Foto uit 'Meneer de burgemeester'.
V.l.n.r. Jan Kerssens, Riet Buur-Hollenberg, Wim Kaandorp en
Jo Admiraal-de Graaf.
25