ïool
ste
llet
ant.
stu-
LIW"
n de
Ze
niet
iten
ling
ook
r af-
litie
Huis
Dat
p de
o bij
jriet
naar
50(j. Vader en moeder voor hun woning aan de
Kerklaan. Foto ±1960.
vergiftiging opgelopen. Hij is daardoor een gedeelte van zijn hand kwijt.
In 1960 kochten we twee oude schepen. Van één ervan bouwde mijn man
een varende woonark en met de andere ging hij parlevinken. De naam van
beide schepen was "Sint Gerardus". Mijn schoonvader was een vereerder
van Sint Gerardus uit Wittem en Andries had hem beloofd dat zodra wij
een eigen schip hadden, wij dit naar deze heilige zouden vernoemen. De
parlevinkboot was een soort supermarkt en er werd van alles verkocht.
Nelly voer met hem mee. Coby en Gerard stonden in een keet op de Sluis
bij Wijk bij Duurstede. Die keet was een klein winkeltje waar aan de schip
pers levensmiddelen, groenten en fruit werd verkocht. Gerard deed inko
pen op de veiling in Tiel en ik zat op de ark; als er vertegenwoordigers
kwamen, deed ik de inkopen. Na bijna negen jaar parlevinken gingen de
dochters trouwen en hadden we geen personeel meer. We verkochten de
ark en de parlevinkboot.
In 1968 werd mijn man pontbaas op het pontveer in Rijswijk, Gelderland.
We kochten een huis in Rijswijk en begonnen daar ook een nertsenfokkerij.
Dat was niet vol te houden want de voorschriften voor de fokkerij werden
strenger en er moest te veel worden geïnvesteerd.
We kochten weer een schip en mijn man maakte er een woonark van. Die
ark kreeg ook de naam "Sint Gerardus". We voeren heel Nederland door,
van Groningen naar Maastricht en naar Den Helder, overal zochten we de
mooiste plekjes op. We voeren ook met vakantiegangers en al met al heb
ben we een jaar of dertien op dit schip gevaren.
11