in 't dorp met paard en kar, want in 't dorp
hadden we ook klanten, 'n Paard mennen
gaat vanzelf. We hadden ook altijd wat
sinaasappels en citroenen. Een kameraad
van onze Tinus, Jaap Tiebie wilde een si
naasappel van de kar pakken. In plaats van
een sinaasappel pakte hij een citroen.
Moeder zei: "Ik mis een citroen". Japie
heeft 'm nooit opgegeten, hij wist 't ver
schil niet tussen een sinaasappel en een
citroen. Wij kregen nooit een sinaasap
pel. Wel 'n brokkie appel dat afkwam van
een rotte of zo. Ik ben toch gezond geble
ven.
Ik ben nog een keer met paard en kar on
dersteboven gevallen. Ik had toen een
been bezeerd en ik heb een tijdje op een
stoel gezeten.
Toen ik van de naaischool kwam, ik was
een jaar of veertien, kreeg ik werk op de
pastorie in Oudorp. In die pastorie woonde pastoor Van Baren en 'n oude huishoudster. Daar was ik voor dag en nacht en
ik mocht alleen op zondag op de fiets naar huis. Je moest dan langs de Munnikenweg met allemaal keistenen. Rond de
pastorie waren alleen bomen, je zag er geen mens en je zat altijd in de keuken. Ik kreeg er gauw genoeg van en toen ben
ik bij meester Van der Holst gaan werken in 't huis naast de school. Ik kon van huis zo oversteken. Meester Van der Holst
Klaas van Til met groentekar, foto ±1925
30