De armenzorg in Akersloot (deel 4, slot). In 1854 werd de armenwet veranderd. De bedoeling van deze wet was de ondersteuning van de armen over te laten aan de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid. De gemeentelijke overheden moesten de armenzorg overlaten aan de kerkelijke en particuliere instellingen en mochten slechts in geval van absolute onvermijdelijkheid zelf iets doen. De gemeenteraad van Akersloot nam, naar aanleiding van deze wet, het besluit om de armengelden tussen de twee kerkelijke armenfondsen te verdelen. Dit besluit stuitte op grote bezwaren van de Diaconie en het R.-K. Armenfonds. Op 1 november 1855 besloot de gemeenteraad van Akersloot, na raadpleging van Gedeputeerde Staten, om de gelden van het Algemeen Armenfonds naar getalssterkte der armen onder de beide kerkelijke armenfondsen te verdelen. Ook dit besluit gaf aanleiding tot ontevredenheid. Het Katholiek Armenfonds had bijna geen inkomsten, de Diaconie daarentegen wel. Door het Algemeen Armbestuur werden 46 Katholieken en 9 Hervormden bedeeld. De Diaconie verweet het Katholiek Armenfonds dat zij de armen teveel aan de Algemene Armen hadden overgelaten en toonde aan dat zij 29 personen zelf bedeelden. Deze 29 bedeelden wilden ze nu aan het Algemeen Armenfonds overdragen, zodat bij verdeling naar getalssterke beide partijen ongeveer evenveel zouden krijgen. Hierover waren de katholieken ontevreden. Bovendien was er bij de Algemene Armen een obligatie in bezit, alleen ten bate van de katholieke armen. Het gemeentebestuur bleef bij haar besluit, zodat de verdeling naar getalssterkte der armen geschiedde. De komende jaren zien we naar aanleiding van dit besluit, dat de kerkelijke armenfondsen eikaars uitgaven goed in de gaten hielden. Dit was mogelijk, omdat het dorp en het aantal inwoners klein was. Iedereen kende elkaar immers. Het Algemeen Armenfonds ontving dan ook regelmatig klachten van de kerkelijke armenfondsen. De klachten varieerden van: het niet aannemen van het geld omdat het te weinig was, tot het aanvragen van schoolgeld omdat ze vonden dat de andere partij bevoordeeld werd door dit wel te krijgen. Aanvragen van bakkers, kruideniers en brandstofhandelaren om hun waren aan de kerkelijke armenfondsen te mogen leveren, werden alleen gehonoreerd als de 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1995 | | pagina 10