de doorvaart voor schepen die vanaf het Alkmaardermeer richting Alkmaar of rechtsaf naar Purmerend kunnen varen. Het was stil en mistig herfstweer. Gezellig pratend en werkend en soms even rustend, hoorden we opeens het lichte geronk van vliegtuigen. Dat was vreemd, want met mistig weer werd er niet gevlogen. Het ene moment hoorden we de vliegtuigen beter dan het andere. Toen hoorden we plotseling een ander geluid, schieten, en niet zo'n beetje ook. Het waren gevechtsvliegtuigen, die op elkaar inschoten. We bleven stil staan en luisterden naar het geluid. Opeens hoorden we lichte fluittonen, die steeds sterker werden. Toen viel er met een plons iets in het water, waardoor het water meters opspatte. Ook viel zo'n 50 a 60 meter voor ons iets op de grond. Daar spatte de aarde omhoog. Van angst renden we naar de keet, een boetje, waar we soms tegen de regen schuilden en waar we schaftten. Toen de rust was teruggekeerd, zijn we gaan kijken wat er nu wel op de grond voor ons was gevallen. Het bleken lege patroonhulzen te zijn, afkomstig van de jagers die hoog boven ons een luchtgevecht hadden uitgevoerd. De koperen hulzen waren 8 a 10 centimeter lang. Ze stonden allemaal rechtop in de grond, tot aan hun "dunne nekje" waar de kogel in had gezeten. De fietsen waarop wij in die dagen reden, waren niet best. Het waren oude dingen op antiplofbanden. Luchtbanden waren alleen op de bon te verkrijgen. Je kreeg ze als je arts was of kon aantonen dat je bij een agrarisch bedrijf werkte en dit bedrijf een bepaald aantal kilometers van je woonplaats lag. Omdat ik te dicht bij m'n werk woonde, kreeg ik geen banden. Maar dit was te verhelpen. Uit oude autobanden werden repen gesneden en deze werden om het fietswiel bevestigd. Het reed wel zwaar, maar het ging beter dan lopen. Het was op een zaterdagmiddag. Nadat we thuis gegeten hadden en met het pontje waren overgezet, fietsten we, Willem Verduin, Pé Hollenberg en ik, naar de Duivelshock richting West-Graftdijk, waar we die middag zouden werken. Toen zag Willem Verduin plotseling een stel Engelse jagers vanuit de richting Purmerend aankomen. Even later hoorde ik hem schreeuwen: "Jongens dat gaat verkeerd. Kijk eens wat er door de vlotbrug komt gevaren". Het was een klein sleepbootje met 3 of 4 zolderschuiten. Deze schuiten worden zo genoemd, omdat de vracht boven op dek staat. Ze waren beladen met Duitse militaire auto's, hoofdzakelijk vrachtauto's. Toen ze dichterbij

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1995 | | pagina 46