Ik werkte in die tijd als hulpje in de huishouding bij de familie Theo Oud aan de Julianaweg no. 61. De familie
Oud had een kruidenierswinkel, voor zover je nog van winkel kon spreken, want er was bijna niets meer te koop.
Hoewel Theo Oud niet officieel bij de ondergrondse was, deed hij wel eens "klusjes" voor hen.
Jan Stolk had laten blijken dat hij katholiek wilde worden. Hij vertelde dat hij in een katholiek gezin was geboren,
maar door ziekte en overlijden van zijn moeder bij een oom was opgegroeid. Deze oom had geen geloof.
Kapelaan Tetteroo, lid van de ondergrondse, gaf hem onderricht. Blijkbaar had Jan Stolk bij de kapelaan geklaagd
dat hij zo eenzaam was en weieens bij een gezin op bezoek wilde. Zo kwam hij door bemiddeling van kapelaan
Tetteroo bij de familie Theo Oud terecht. Hij wilde ook weieens wat klusjes voor Theo Oud opknappen. Op een
dag ging hij dc vuilnis wegbrengen, daar moest je in die tijd nog zelf voor zorgen. Om niet vuil te worden, had
hij zijn jasje over het hek gehangen.
Om een uur of 4 moest ik van mevrouw Oud het wasgoed, dat aan de lijn hing, binnenhalenIk zag in het gras
een portefeuille liggen en keek erin. Hoe ik toen schrok, kan ik nooit beschrijven of aan iemand uitleggen. In de
portefeuille zat een foto, waarop Jan Stolk in SS-uniform stond. Met knikkende knieën liet ik dc foto aan mevrouw
Oud zien. Zij schrok ook vreselijk. Gelukkig kwam spoedig daarna Theo Oud thuis. Hij bekeek de foto, stuurde
mij naar huis en liet me beloven aan niemand hierover iets te zeggen.
Nu achteraf denk ik dat hij de ondergrondse heeft ingelicht. Kapelaan Tetteroo is onmiddellijk na dit gebeuren
ondergedoken.
Ook Jan Stolk was verdwenen. We namen aan dat de ondergrondse achter hem aanzat.
Maar het ergste komt nog. Toen op 1 december 1944 de razzia in ons dorp alles overhoop haalde en de Akersloter
mannen werden afgevoerd, fietste Jan Stolk in SS-pak, met lange jas, voorop.
Veel mensen die hem kenden, hebben dit gezien.
Achteraf ging het gerucht dat Jan Stolk door de SS in Akersloot was geplaatst om de ondergrondse op te rollen.
H. Kaandorp-Dekker.
