Zomaar een herinnering uit de oorlog.
Het was in het laatste jaar van de oorlog. Veel inwoners uit
Beverwijk en IJmuiden waren geëvacueerd en werden in Akerslootse
gezinnen ondergebracht. Ondanks alle ellende had dit voor mij en
mijn vriendinnen, meisjes tussen de 15 en 16 jaar, een interessante
kant. Veel Akersloter jongens waren in Duitsland te werk gesteld en
door de evacuatie kwamen er nu "vreemde" jongens in ons dorp.
Tijdens onze zondagse wandeling, we mochten in die tijd alleen op
zondag de deur uit, ontmoetten wij een jongen die met ons mee
wandelde. Ik meen dat zijn naam Jan Stolk was en dat hij uit
Beverwijk kwam. Zijn leeftijd was ongeveer 20-22 jaar. Hij was bij
boer Jurna, die aan de Kerklaan woonde, ondergebracht. Naar zijn
zeggen was hij er echter niet goed "thuis".
Als het voor ons tijd werd om naar huis te gaan zeiden wij: "Zo, we
gaan te bed". Hij corrigeerde dit altijd en zei: "Je moet naar bed
zeggen". Dat is me altijd bij gebleven.
Niet veel later is hij bij Jurna vertrokken en is in de voetbalkantine
aan de Buurtweg gaan wonen, wat ik nu achteraf eigenlijk wel
vreemd vind. Bij de familie Van Diepen, die aan de overkant van het
voetbalveld woonde, kwamen altijd veel jongelui. De jongelui spra
ken natuurlijk over de oorlog en over dingen die in het dorp
gebeurden. Jan Stolk was er ook meestal bij en hij schreef dan
weieens iets op.
43