den om een arm familielid te steunen. De Diaconie vergaderde over de weduwe Speelman. Men besloot voor de kinderen hulp bij het Algemeen Armbestuur te vragen, terwijl de predikant op zich nam de met tijdelijke goederen ruim gezegende bloedverwanten van deze weduwe hulp te vragen. Dit laatste resulteerde in de toezending "van eenig linnen, bestaande uit 5 hembden, 2 dekens en 2 bedlakens". De voeding van de "gewone" mensen bestond hoofdzakelijk uit: aardappelen, roggebrood en gortepap. Vlees en groente kwamen maar weinig op tafel. Uit het verslag van den toestand der Provincie Noord-Holland uit 1852 weten we dat dc gemiddelde prijs van het roggebrood 11 cent per pond was, gebuild tarwebrood 26 cent per pond cn ongebuild tarwebrood 17 cent per pond. De prijs van het rund- en varkensvlees bedroeg respectievelijk 40 en 36 cent per pond. Een boerenarbeider verdiende in de zomermaanden ongeveer I,~ per dag, in de drukke hooitijd kon dit voor geoefende maaiers oplopen tot 1,40 per dag. In de wintermaanden verdiende men aanzienlijk minder, gemiddeld 0,80. De lonen voor een geschoold arbeider lagen iets hoger. Een timmerman verdiende in de zomermaanden 1,25, terwijl dit in de wintermaanden 1,— per dag was. Een metselaar verdiende in de zomermaanden 1,20 per dag, in de winter was dit ook 1,-. In hetzelfde verslag lezen we: Over de toestand van den kleinhandel en winkelnering. Minder gunstig zijn de berigten welke ons, omtrent dezen tak van nijverheid, van het platteland zijn medegedeeld. Wordt reeds op grotere plaatsen eene voortdurend toenemende concurrentie opgemerkt, nog veel gevoeliger en drukkender schijnt zij in kleine gemeenten. De omstandigheid dat tot het opzetten van een winkel gewoonlijk slechts een klein kapitaal wordt gevorderd, doet zoovelen, die de nodige bekwaamheid missen om zich op eene andere wijze een bestaan te verschaffen, voor deze industrie partij kiezen, en zoo doende het aantal der bestaande winkels onophoudelijk vermeerderen. Om een centje bij te verdienen, ging men bijvoorbeeld kruidenierswaren verkopen. Vaak werd dit door vrouwen gedaan. Uit de overlevering weten we dat dit in Akersloot ook veel voorkwam. Sommige mensen hadden een piepklein winkeltje, maar veelal stonden de te verkopen artikelen gewoon in de huiskamer, gang of een andere 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1995 | | pagina 41