Vorig jaar kwam ik op een verjaardag in gesprek met Kees Blankendaal, een oomzegger van Gerrit Graas en in
de verte familie van mij, want zijn grootmoeder Gaugurica Schoon was een nicht van mijn vader. Die jongen
studeerde Russisch en zou naar de Oekraïne gaan. Ik heb hem een foto van Oxane meegegeven en het adres. Hij
heeft de familie gevonden en is er heel gastvrij ontvangen. Oxane was getrouwd en had twee kinderen. Twee jaar
daarvoor was ze gestorven, overreden door een dronken vrachtwagenchauffeur.
Met de bakkerij ging het goed. Vroeger bakten we drie of vier baaltjes meel per week, dat is echt met niks
beginnen. Op 't laatst toen de Komarkt erbij kwam en er in de zomer zeilers waren werden het wel 40 balen. Het
is onbegrijpelijk dat we vroeger met die paar baaltjes waren uitgekomen. De winkel is wel een keer of vier ver
bouwd, je moest met je tijd meegaan.
Al mijn zoons zijn bakker geworden. Dat hoor je niet veel, vijf bakkers in één gezin. Ze werkten eerst bij een
ander.
Toen onze zoon Arie in 1970 het bakkersdiploma haalde kreeg hij een eervolle vermelding omdat hij de beste
uit zijn klas was. Hij vond het zo jammer dat we niet bij de diploma-uitreiking aanwezig waren, maar wat wil
je, ik moest altijd vroeg naar bed want de andere morgen ging de wekker om half vijf weer af en dan kwam je
jezelf tegen. Ik ging altijd om negen uur naar bed. We gingen nooit naar een verjaardag en onze eigen
verjaardagen vierden we in het weekend. Dat vroeg naar bed gaan was in de zomer wel eens lastig. Het was dan
te warm om te slapen en onze kinderen en die van de buren speelden buiten. Toen ik jong was kon ik dat nog
wel opvangen. De koorrepetitie duurde tot negen uur, maar de Sint Cecilia-avond was nooit vóór één uur
afgelopen en dan de nodige drank in de man. Dan had je maar drie uur slaap. Daar paste ik dus al gauw mee.
Het invriezen van brood bestond nog niet zo gek lang, het stond nog in de kinderschoenen. Je kreeg nooit het
brood zoals je het ambachtelijk maakt van mengen en opbollen in de oven. Onze zoon Arie is er in gaan
investeren en dat is een goeie gooi geweest. Hij ging het groots aanpakken. Hij bouwde in de Beverkoog en heeft
een vriescel staan van bijna 400 m2. Het is economisch werken want in de winkels hoeven ze geen meng- en
rijsmachines te investeren, dat gebeurt allemaal in de Beverkoog.
In 1979 ben ik opgehouden met bakken, het werd me te zwaar. Ik had alles wel modern ingericht. Ik had een
afweegmachine, maar je moest het toch maar doen. De kinderen hielpen om de beurt en 's morgens om zes uur
stonden we brood te snijden. Toen heb ik nog een jaar of drie bij Arie op de Beverkoog gewerkt. De winkel bleef
nog wel open maar dat was niet meer rendabel. In 1981 werd de winkel gesloten. De bakkerij is ontmanteld en
de inventaris is naar een eigen winkel in Heemskerk gegaan.
25