honderd taarten over. 't Liep niet meer. Dan sta je raar te kijken. Vader had met bakken prijzen gewonnen maar daar deed ik niet aan mee. M'n moeder zei: "Dat kost alleen maar geld". Je kon wel inzenden maar dan moest je "je van het" hebben. En dan eerst proefbakken en weer een deeg maken en nog een keer. Dat was overproduktie. Ik heb toch één keer meegedaan. Na de voorcompetitie mocht ik meedoen met het kampioenschap van Nederland en ik werd daar zesde. Daar heb ik nu nog een medaille van. Maar je kreeg er weinig klanten méér door. Ik ventte eerst met de fietsmand, in die mand gingen dertig broden dus je moest steeds naar de bakkerij om de mand te vullen. Later heb ik een trapbakfiets gekocht, dat was zwaar werk want je moest er ook mee naar de Hoogegeest. Die trapbakfiets heb ik ingeruild voor een motorbakfiets, dat was een hele verbetering. Op het laatst ventte ik met een kleine rode Morris. Mijn vader heeft bijna tot zijn dood aan toe in de bakkerij gewerkt. Hij is 86 jaar geworden. Nadat hij gestorven was heb ik meteen de linden voor de winkel weggezaagd. Mijn vader wilde dat niet, maar die bomen namen veel licht weg. Toen de wijksanering kwam was dat een oplossing. Daar heb ik veel profijt van gehad, dat scheelde enorm veel tijd. Bakker Tijmes heeft de wijken heel eerlijk inge deeld. Daar heeft die man ontzettend veel werk aan gehad. Ik kreeg toen de Rommeldijk (nu Roemersdijk),

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1995 | | pagina 21