Vermeulen leek wel onvoorstelbare hoeveelheden thee gehamsterd te hebben. Water kwam uit de regenton en hout
om te stoken was voor een wagenmaker ook geen onoverkomelijk probleem.
Anders was het met de kleding gesteld. Vader Vermeulen was een strandliefliebber en bezat om die reden een
strandtent van zwaar linnen. Die tent heeft de oorlog niet overleefd: er werden ijzersterke blouses voor
Vermeulen's zusters van gemaakt. Zelf mocht hij het genoegen smaken een pak te krijgen uit het costuum van
een overleden oom.
Af en toe was er geen school en tegen het eind van de oorlog, toen hij de ULO in Heiloo bezocht, was er nog
maar één ochtend in de week les.
Van het verenigingsleven in de oorlog weet Vermeulen, net te jong, zich weinig te herinneren, maar ontspanning
vond hij op de zondagmiddagen bij de film in Uitgeest, waar over het nog niet verharde tracé van de Geesterweg
naar toe gelopen werd.
Nieuws over de ontwikkelingen aan het front werd verkregen via evacués uit IJmuiden, een familie Visser, die
was ondergebracht op de boerderij van Jan Sinnige (nu Jan Sander), en die over een radio beschikte.
Natuurlijk waren er ook wel emotionele hoogtepunten: naast de inval bij de grootouders het feit dat Vermeulen's
broer in militaire dienst en later in het verzet zat, waarvoor constant op een verborgen plaats een bed klaar moest
staan, een razzia op 1 december 1944 met als gevolg een overigens mislukte vlucht naar De Woude, die toch nog
goed afliep, en uiteraard de bevrijding met veel mensen op de weg en een huilende mevrouw Visser die het
heuglijke nieuws kwam vertellen.
Moeder Vermeulen haalde het laatste restje meel voor de dag en bakte daar pannekoeken van.
"Een nieuwe vooruitstrevender tijd was begonnen".
Kees Kuyper
10