De wieken gingen stuk. De Oude Knecht was toen al uit bedrijf.
De roeden van de Oude Knecht zijn toen naar de Stremmer
molen gegaan. Mijn tante Coba is nog vanuit de molen ge
trouwd. Ongeveer in 1930 werd er een elektrisch gemaal naast
de molen gebouwd dat mijn grootvader ook bediende. Het was
een houten gebouw met een verticale vijzel. De molen raakte in
verval daarom werd er voor mijn grootouders een noodwoning
geplaatst. Mijn grootmoeder is daarin overleden. De molen is in
1939 door mijn vader gesloopt, er was te weinig geld voor
onderhoud. De balken heeft hij verkocht.
M'n vader en moeder trouwden in 1920 en gingen in de
boerderij wonen, samen met vaders broer Arie die in 1921 met
Guurtje, 'n zuster van mijn moeder trouwde. Dat was dus een
dubbele familie en ze konden het goed met elkaar hebben.
Het voorste gedeelte van de boerderij werd gehuurd als
woonverblijf. De vader van Gerbrand Bakker gebruikte de rest
van de boerderij. Later zijn Arie en z'n vrouw er uit gegaan en
m'n vader en moeder bleven er wonen.
Van de negen kinderen die daar geboren werden was ik de
oudste. Ik ben geboren op 6 maart 1921. Mijn broers waren
Jan, Theo, Arie en Wim. Ik had vier zussen, Corrie, Nelie,
Gonnie en Afra. Jan, Theo en Corrie zijn overleden.
Mijn vader en ome Arie werden samen binnenschipper. Er
waren toen twee schepen, de Gezusters en De Assistent. Mijn
vader voer op de Assistent. Ze hadden een vaste route van
varen. De scheepvaart was aan strenge regels onderhevig. Je
kon niet zo maar gaan varen, je moest voor een route een ver
gunning voor beurtvaart hebben.