4. Toen ik Jan de Boer den 11 den dezer de verklaring afnam, kwam het mij wel voor dat de man min of meer in verwarring was, doch ik had toen geene kwade vermoedens te zijne opzigte en schreef zijne zonderlinge praat aan den slapeloozen nacht toe, die hij had doorgebragt, om een bewijs van zijne zonderlinge taal, die ik zoo geheel niet onthouden heb, dient, dat hij in mijne presentie tegen Jan Sinnege zeide dat hij gemeend had, dat misschien de twee personen, die hij achtervolgd had, het voornemen hadden gehad in de tuin van Jan Sinnege peeren te gaan stelen, NOTA BENE twee menschen zouden in den nacht in den Tuin van Jan Sinnege peeren gaan stelen en DAN EERST JAN DE BOER GAAN WEKKEN. 5. Zoo het schijnt, verhaalt Jan de Boer aan sommigen, dat, nadat hij met C. Leering eenige oogenblikken had staan te praten hij (Jan de Boer) tegen C. Leering zoude gezegd hebben ZIE HET IS EVEN ALS OF ER NOG LICHT IN DE SCHUUR VAN KLAAS BAKKER IS, het geval is juist omgekeerd, de vlam verhief zich, scheen in de schuur van Klaas Bakker en NIET JAN DE BOER MAAR CORNELIS LEERING ZEIDE HET BOVENSTAANDE. 6. Jan de Boer schijnt deze en andere bij omstandigheden van den brand op verschillende wijzen te vertellen. 7. De dikwers genoemde Jan de Boer, voorwien ik bevorens veel achting heb gehad, die ik steeds gehouden heb voor een braaf, stil en rustig ingezeten, schijnt zich, zoo als men mij nu IN HET VERTROUWEN verteld heeft aan dieverijen te hebben schuldig gemaakt, zoo moet hij onder anderen in het hol van de nacht voor eenen geruimen tijd gezien zijn met een paar manden aan een Juk, gevuld met hakhout, komende van het erf van schipper Jan Dekker en zoo zegt men ook dat hij, met brood ventende, voor den bakker W. Hofdijk, deze geenszins op eene eerlijke wijze heeft behandeld welke zaken ik wanneer UEG dit noodzakelijk oordeelt nader zal onderzoeken en zoo goed mogelijk constateren, doch het welke men mij in het vertrouwen heeft mede gedeeld met het verzoek die feiten zoo veel mogelijk geheim te houden. De Burgemeester van Akersloot get. J. Schoehuizen. Gem.archief Akersloot, brievenboek inv. no. 74. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1994 | | pagina 4