De schout die zijn huis beschikbaar stelde, was Lourens Veer. Waar dit huis stond staat niet beschreven. Wel dateert uit die tijd het in de volksmond zogenaamde "oude mannenhuis". Dit huis heeft gestaan aan de Hoogegeest (nu nummer 7). Omdat de notulen van de Algemene armen van 1805 tot 1890 ontbreken, is ook over de bewoners en de gang van zaken in dit armenhuis weinig te achterhalen.In het verslag van de Raadsvergadering van 14 oktober 1863 staat vermeld dat het armenhuis ondoelmatig was ingericht. En in de Raadsvergadering van 20 juli 1864 werd besloten de vrouw van Cornelis Kraakman, Maartje Kaptein, en de vrouw van P. van der Oord, Grietje Nat, aan te stellen om toezicht te houden op het armenhuis. Op 21 oktober vergaderde men weer. De armenvoogden maakten bezwaar voor een beloning van f 12,-- per jaar hun ambt nog langer te vervullen. Omdat, volgens de armenvoogden, hun taak de laatste jaren veel zwaarder geworden was. De Raad was ervan overtuigd dat het ambt van armenvoogd zowel door de administratie van het armenhuis, als door andere oorzaken, veel moeilijker was dan vroeger en keurde goed dat de armenvoogden voortaan f. 50,-- per jaar in rekening brachten voor kosten van beheer. Het toeval wil, dat in de volgende vergadering, gehouden op 9 december, een verzoek om salarisverhoging van de onderwijzers werd behandeld. Zij vroegen f 50,-- verhoging. Dit verzoek werd met 4 tegen 3 stemmen afgewezen. Het salaris van de onderwijzer van het dorp was in die tijd f. 700,--, terwijl de onderwijzer van Boekei f. 500,— per jaar verdiende. De huisarts belast met de armenpraktijk moest voor zijn jaarwedde van f 150,— alle armen gratis behandelen; hieronder viel ook de verloskunde. Vergelijken we deze lonen met de vergoeding van de armenvoogden, dan kunnen we stellen dat het "ambt" van armenvoogd niet gek betaald werd. In 1907 wordt besloten de bewoners van het oude mannenhuis aan te zeggen dat zij hun inkopen zoveel mogelijk bij verschillende leveranciers moeten doen. Tevens wordt besloten dat de bewoners "hunne verdienste aan geld voor de helft mochten behouden en het overige tesamen zullen delen Het huis en inboedel moeten er in die tijd nogal vervallen hebben uitzien. De heren armbestuurders gingen het huis inspecteren en bekeken speciaal het slechte dak doch men was van mening, "dat 't nog wel zou blijven hangen". Ook de inboedel was het verzekeren niet waard. 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1994 | | pagina 37