8) De noch in huis gevonden wordende eetbare waaren en brandstoffen zullen door ons zoo verdeelt worden, dat
Reindert en Antje 2/3 en Cornelis 1/3 van dezelven ontvangen. Alleen is hiervan uitgesloten het noch in de
Schoorsteen hangende Spek, dat de Diaconen voor zich beherenden doch door de Diaconiearmen voor eene
behoorlijke prijs kan worden overgenomen. Zoo als ook geschieden kan met de kaas in de Consistorie liggende
en de andere waaren zoo lang zij strekken mogen. Ieder kaasje zal voor 9 Stuivers en het overige waar het ons
gekost heeft, gegeven worden.
9) Reindert en Antje zullen Maartje Dunnebier in de kost behouden, tot zoo lang als Diaconen voor haar eene
betere gelegenheid vinden; haar behandelen zoo als men eene bestedeling behoort te behandelen; even als of het
hun eigen kind ware, haar onderwijs in naaien en spinnen geven. Alle hare verdiensten van spinnen, of andere
boodschappen die zij van heden van den Kerke Raad doen mogt, zal zij weeklijksch in de Consistorie aan de
Diaconie overgeven. Voor C. Rootjes die in het Diaconiehuis is, mag zij mits hij haar daar iets voor geve wel
enig werk doen, doch niet voor andere dan in de uiterste noodzakelijkheid.
10) Antje zal weeklijksch de goederen van C. Rootjes bewassen en benaaien.
11) Reindert en Antje zullen weeklijksch de Kronen en al het Koper goed schuren; als het de Kerke Raad verkiest
de Consistorie aanvegen, ragen en uitdwijlen; ook zoo er gecatachiseerd word des zomers de stoelen en eene tavel
zetten.
12) Weeklijksch zullen Reindert en Antje van den Diaconen ontvangen:
Aan weekgeld f. 2.-.-.
Voor de waarneming van haar Ambt als vroedvrouw f. 1.9.-.
Voor het schoonhouden van de Kerk enz. f-.3.-.
Voor het bewassen en benaaien van Rootjes goederen f. -.4.-.
Voor kostgeld bewas- en naai loon voor Maartje f. 1.16.-.
Totaal f. 5.12.-.
30