Brand.
Akersloot den 21 Aug. 1842
Aan den Heer officier van Justitie voor het arrondissement Alkmaar.
Ik vind mij verpligt UEG te communiceren dat er veel waarschijnlijkheid bestaat dat Jan de Boer, kastelein of
tapper op Molenbuurt alhier den brand heeft gesticht welke in den nacht, tussehen den 10 den en 11 den dezer
maand aan het huis van Jan Sinnege is ontstaan, hoezeer het mij moeielijk valt een mijner ingezetenen bij UEG
in verdenking te brengen is het mij, aangezien de afschuwelijkheid der daad, de schromelijke gevolgen die
dezelve had kunnen naar zich sleepe en de ongerustheid, welke door dit voorval onder de ingezetenen alhier is
veroorzaakt, toegeschenen mijn pligt te zijn UEG met de redenen bekend te maken die mij aanleiding geven de
persoon van Jan de Boer, omtrent dit feit te verdenken, zij zijn de volgende:
1Jan de Boer geeft voor des nachts te zijn gewekt inderdaad te zijn opgestaan en de deur te hebben geopend
enz. -ingeval men des nachts (vooral op het platteland) en bijzonder bij eene zoo buitengewone warmte, als
gedurende deze maand is ondervonden, wordt gewekt, is het zeldzaam dat men zich eerst geheel aankleed en dan
de deur opent, integendeel geschiedt dit al dikwijls in dergelijke omstandigheden, terwijl men slechts half gekleed
is, Jan de Boer was intusschen GEHEEL GEKLEED, toen Cornelis Leering hem aansprak.
2. Toen ik den Elfden dezer maand Jan de Boer de verklaring afnam, welke ik UEG heb toegezonden, meen ik
van Jan de Boer verstaan te hebben dat toen hij, zooals hij voorgeeft de personen achtervolgde, die bij hem op
de deur hadden geklopt, hij dezelve was nageloopen TOT AAN HET HEK OF POORTJE staande tussehen de
huizen van Jan Sinnege en Klaas Bakker, ondertusschen heeft Cornelis Leering die ik nader heb gesproken mij
verklaard dat hij Jan de Boer heeft zien komen van het erf, tussehen de twee opgemelde huizen gelegen, dat hij
het hek of poortje heeft hooren toevallen of toeslaan, dat Jan de Boer van dat erf komende haastig den weg op
stapte naar zijn huis, dat Leering "GOEDEN AVOND"!! roepende, Jan de Boer na nog eenige haastige stappen
te hebben gedaan is blijven staan en dat zij toen eenige woorden hebben gewisseld.
2