De armenzorg in Akersloot (deel 2). 19e eeuw. Na 1750 was er toenemende kritiek op de manier waarop de kerkelijke instanties de armen bedeelden. Vooral de patriotten vonden dat er te gemakkelijk bedeeld werd. Toen de patriotten in 1795 aan de macht kwamen, probeerden ze hierin verandering te brengen. Op 15 juli 1800 kwam er een wetsontwerp uit "houdende eene wet voor het Armen-Bestuur over den geheele Republiek". In dit wetsontwerp stond centralisatie op de eerste plaats. Ook werden de akten van indemniteit afgeschaft. Een akte van indemniteit was nodig als men naar een andere gemeente ging verhuizen; daar moest men dan een schriftelijke verklaring overleggen, waarin de gemeente van herkomst de nieuwe woonplaats vrijwaarde van de kosten van onderstand in het geval van armlastigheid. De wet van 1800 liep echter binnen twee jaar stuk, voornamelijk door het verzet van de kerkelijke-armenzorg- instellingen, die de bedeling in eigen hand wilden houden. Tijdens de Franse overheersing schreef Lodewijk Napoleon herhaaldelijk nieuwe wetten uit, ook betreffende de armenzorg. Onder koning Willem I werd in 1813 de armenzorg voorzichtig aangepakt. Door de nieuwe grondwet werd een jaarlijks verslag van "de staat over het armwezen" verplicht. Dit verslag zou als basis dienen voor een systemati sche registratie. Ook werden alle maatregelen uit de Franse tijd ingetrokken. In de grondwetten van 1814 en 1815 kwam nog geen wet op de armenzorg voor. Wel werd op 17 augustus 1814 bepaald, dit in verband met de weer algemeen in gebruik zijnde akten van indemniteit, dat allen die in armoede raakten, terstond bedeeld moesten worden door de armenkassen in hun verblijfplaats, als men daar tenminste één jaar woonde. Deze regeling werkte echter niet, zodat op 28 november 1818 de wet op het domicilie van onderstand (ter vervanging van de akten van indemniteit) van kracht werd. Deze wet bepaalde: dat de behoeftige kan delen in de algemene onderstand van zijn of haar geboorteplaats. Als iemand in een andere gemeente ging wonen en daar vier achtereenvolgende jaren belasting had betaald, dan kon deze gemeente de geboorteplaats vervangen en bestond de mogelijkheid, in deze gemeente ondersteuning te krijgen. Die gemeente werd dan het nieuwe domicilie van onderstand. 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1994 | | pagina 26