4 Uit de 17e eeuw is maar één stuk "armen kasboek" bewaard gebleven. Op 16-1-1646 legt Claes Vastertsz Stierp rekening en verantwoording af aan Jan Aerjansz Appel over de ontvangst van het armengeld ten bedrage van 36 guldens, 18 stuivers en 14 penningen. Dit geld werd door Claes Vastertsz Stierp ontvangen wegens verhuur en verkoop van land. In die tijd waren er ook enkele particuliere stichtingen, waarvan "Het Klooster" er één was. In het jaar 1636 op 23 september gingen de zusters Aeriaentge en Dieuwertge Gerrits naar notaris Van der Lijn in Alkmaar, waar zij hun testament lieten opmaken. De zusters Gerrits waren klopjes. Dit waren ongehuwde vrouwen, die waarschuwden (klopten) als er in het geheim een heilige dienst werd gehouden. Ook zorgden zij voor de priesterwoning, gaven godsdienstonderricht en zorgden voor kerk en kerkgewaden. In hun testament verklaarden zij dat zij besloten zijn te maken en te doen timmeren drie Camers tot bewoning en ten dienste van de armsten en nooddruftigsten van hare bloede en geslachte (de mannen werden hierdoor uitgesloten). Zij mogen er hun leven lang in wonen. Bij overlijden komt er een ander in hun plaats. Opdat de Camers bequamelijk in reparatie worden onderhouden en de bewoners met enige aalmissen worden voorzien, zo hebben zij besproken een stuk land genaamd De Lange-ven gelegen in Lamoor. Beneffens nog vier honderd gulden aan goede, als ware dat zij die bij haar leven hadden gegeven. Zij willen en begeren, dat wat boven de reparatie uit de vruchten van het land overschiet, aan de bewoners van de Camers jaarlijks wordt uitgedeeld aan turf, spek, kaas of anderzins. De vierhonderd gulden moeten op rente worden uitgezet tot verschaf van aalmissen (aalmoezen). Een paar jaar later zien we Dieuwertge Gerrits weer bij de notaris, haar zuster Aeriaentge is inmiddels overleden. Dieuwertge wil enige aanvullingen op het gemaakte testament o.adat in de voorzegde camers niet anders dan vrouwspersonen plaats is gegund. Dat de opzienders macht en autoriteit zullen hebben om enige ongeregeldheid van de bewoonsters, 't zij van samen kijven, twisten of andere onbehoorlijkheden te doen plegen, elk van hen uit de woningen te zetten, 't Zij voor altijd of voor zes weken naar gelegendheid, of hen daarover te vermanen of te bestraffen. Voorts zullen de bewoonsters uit de rente van de vierhonderd guldensamen jaarlijks op de vier Hoogtijden uitgekeerd krijgen de somme van 25 stuivers voor wittebrood, makende jaarlijks vijf gulden. Nog zullen de opzienders uit de rente uitkeren de somme van vijf gulden en wat rest van de gemelde

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1993 | | pagina 4