vader altijd gebukt door het huis liep. Hij kon er niet rechtop lopen. Dat was een onhoudbare situatie. De jongens sliepen in de onderkooi, de meiden in de bovenkooi, zo was de zaak verdeeld. Er was weinig slaapgelegenheid. Kastruimte was er ook niet veel. De kleding die je op zondag aan moest hing op zolder en daar moest je buitenom naar toe. Onder mijn vaders jas lag een stuk papier want die jas hing op de vloer, zo laag was dat zoldertje. Daar hebben we niet zo lang gewoond maar toch wel een paar jaar. Later heeft Piet Leyen er in gewoond en ook ene van Dalen. Het huis is er niet meer, er staat nu een stenen huis van de weduwe van Dirk Verduin. Toen zijn we verhuisd naar de Breedelaan. Naast Nederveen stonden drie huizen op een rijtje. We woonden in het midden. Aan de oostkant woonde Jan van der Schaaf en aan de westkant de weduwe van Jan Tiebie met haar kinderen. Deze huizen zijn later verbouwd tot een dubbel woonhuis. Truus is nog op de Breedelaan geboren (1927). Maar ook dit huis was te klein. Vóór dat Han geboren werd verhuisden we naar het Kerkplein, tegenover bakker de Haas en naast bakker de Ruyter. Daar stond een boerderij (nu hoek Buurtweg-Dielofslaantje). Ant Groot zat er vroeger in met een winkeltje. Het was geen boerenbedrijf meer maar er zat wel hooi in. Wij huurden alles behalve de kapberg en de dors. Die had de eigenaar Jaap Zweeris in gebruik. Dat huis had geschiedenis. Er was een kast, die kon weg en dan stond je in de kapberg. Dat was vroeger een doorgang. Het was een groot huis, twee kamers aan de westkant, twee kamers aan de noordkant. Dan nog een woonkeuken waar vroeger de winkel was en een stal. Er hadden vroeger wel drie gezinnen tegelijk in gewoond. De stal was onze schuur. Buiten hadden we een kookketel waar de was in gekookt werd, dat was vroeger de voerketel. Naast ons woonde Dirk Tambach (nu Ant. v.d. Eng). Tussen zijn huis en de boerderij paste precies een driewielder kar, tot aan het turfhok van bakker de Ruyter. Meer ruimte was er niet, dat was het hele erf. Aan de Noordkant van het huis had je het Kerkplein met een rij lindebomen. Het Dielofslaantje tot aan het kerkhof was een vierkant stuk en dat heette toendertijd het Kerkplein en verderop heette het Schoolpad. Er stonden drie paaltjes in de grond (waar ik met de eerste fietslessen altijd tegenaan reed), zodat er geen ander vervoer door kon. Op het eind van het Schoolpad woonde meester Scheering, dat was de toenmalige onderwijzer van de openbare school. In het huis van Zweeris woonde de vader van bakker de Jong. En tegenover ons woonde Piet Scheepbouwer. Die had ook een winkel. En daarnaast woonden Thijs de Jager met zijn zuster Marijtje (nu No. 5). Die hadden een winkeltje van Jansen en Tilanus en ander textiel. Later heeft Otte dit overgenomen. Naast Otte woonde Cor Koning,die heeft dat huis zelf gebouwd. Ik weet er nog van dat het gebouwd is want daarvóór keken we rechtstreeks op Gert Koning de 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1993 | | pagina 33