De armenzorg in Akersloot (deel 1).
Voordat de sociale verzekeringswetten van de grond kwamen, liepen veel mensen het risico door ziekte,
ouderdom, werkloosheid of andere tegenslagen hun inkomsten te verliezen. Zij werden dan afhankelijk van de
"bedeling".
In de Middeleeuwen werd door kloosters veel aan liefdadigheid gedaan. Ook gegoede particulieren belastten zich
hiermee. Zij gaven niet alleen geldelijke steun, maar stichtten ook gasthuizen, meestal bij testament. Om
verzekerd te zijn van een goede uitvoering van hun testament, werd deze vaak aan kerkmeesters of aan het
gemeentebestuur opgedragen.
Voor de parochie werd het beheer over de armenfondsen gevoerd door leken, onder de naam van Heilige
Geestmeesteren. Zij beschikten vaak over een gasthuis, waar armen werden opgenomen, die ook verzorgd
moesten worden. Ook weeskinderen werden hier opgenomen. Bij afwezigheid van een gasthuis moesten zij bij
particulieren worden ondergebracht.
De diaconieën, die ontstonden na de Reformatie, waren belast met de bedeling van de armen in hun eigen
gereformeerde gemeenten. Armen die niet door de diaconie werden geholpen, kwamen ten lasten van de
gemeentebesturen, die daarvoor armenmeesters aanstelden. De onduidelijke verhouding tussen kerk en staat
betreffende de armenzorg maakte een wettelijke regeling noodzakelijk. De Armenwet van 1854 droeg de zorg
voor de armen in eerste instantie op aan de kerkelijke- en particuliere instellingen. Het Burgerlijk Armbestuur
mocht pas ondersteuning geven, als men bij de kerkelijke- en particuliere instellingen niet terecht kon. Door de
Armenwet van 1912 werd de mogelijkheid tot verkrijging van ondersteuning verruimd. Na de eerste wereldoorlog
werd de armenzorg definitief verlegd naar de overheid. De burgerlijke armbesturen werden omgezet in
gemeentelijke diensten.
In Akersloot was, vóór de Reformatie, de katholieke armenzorg in handen van de Heilige Geestmeesteren. Na
de Reformatie gingen de bezittingen en fondsen van de Heilige Geestmeesteren over naar de algemene armen
(gemeente). Toch werden de namen Heilige Geestmeesteren en Heilige Geestarmen nog jarenlang gebruikt. Het
2