Ik herinner me vader dat hij vaak met stopverf in 'n hand stond te kneden. Hij was wel streng. Als je op tijd thuis moest zijn en je was te laat dan was het niet best. M'n moeder was wat makkelijker. Ze had het altijd druk want ze hielp ook in de werkplaats. Ze kon heel goed kleuren mengen voor de mensen. Dat roerde ze in een pot. Resten verf en vellen maalde ze in de verfmo- len. Die verf werd verkocht als rommelverf. Daar werden schuren mee geverfd. Als mensen verf moesten hebben, kwamen ze achterom naar de werkplaats. Daar stond alle verf. Kwasten werden ook verkocht. Toen ik een jaar of tien was, moest ik helpen. Je kon niet zomaar uit school vandaan gaan spelen, 's Avonds zaten we altijd kousen te stoppen of te breien en m'n moeder ook.We moesten na schooltijd soms verf naar de Schermer brengen. Dat was een uitje voor ons. In ons huis woonde ome Willem, een broer van vader. Hij had een ongelukkig been en reed op een fiets met één trapper. Ome Willem was vrijgezel. Hij had een kleermakerij boven in de voorkamer. Beneden was een kleine winkel, half zo groot als nu, alleen aan één kant naast de deur. In de etalage lagen lappen stof en er stond een grote modeplaat. Er werden ook losse boorden en gummi-boorden verkocht. Foto 1941Julianaweg met paardenpadje naast het schilders bedrijf en kleermakerij. Links: Klaas Kaandorp, meisje zonder schort Gré Kaandorp. 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1993 | | pagina 33