Diefstal Akersloot den 2e Maart 1826. Aan den Heer Officier van Justitie. Ik heb de Eer UEgestr. hiernevens overtezenden het procesverbaal van een diefstal met braak op heden binnen deze Gemeente gepleegd, met de bijvoeging van al het gestolenen en verdere goederen in het nevensgaand proces verbaal vermeld en onder mijne bewaring genomen, terwijl ik tevens ter dispositie van UEgestr. stel de persoon van Teunis Duits beschuldigd met bovenstaande diefstal en Inbraak bij voornoemd proces verbaal breder omschreven. De Burgemeester van Akersloot J. Schoehuizen. Proces Verbaal. Op heden den 2 Maart 1826 des namiddags Vier Uur compareerde voor mij Burgemeester van Akersloot de persoon van Dirk Zwaan van beroep arbeider wonend in de Schermeer Gemeente Akersloot te kennen gevende, dat hij heden morgen met zijne vrouw reeds vroegtijdig na alvorens zijn huis aan alle zijden goed gesloten te hebben, zich had begeven naar zijn Buurman Jan Vader. Dat de Zoon van Jan Vader met name Pieter Vader met hem Comparant hakhout willend opmaken hem gevraagd had om een hakmes, dat hij daarop de sleutel van zijn huisdeur had gegeven ten einde een hakmes uit het huis van hem Comparant te kunnen halen. Dat voormelde Pieter Vader (omstreeks half een Uur na den middag) in het huis van den Comparant gekomen zijnd aldaar alles overhoop en in de grootste wanorde vindende, had geroepen aan Pieter Rond mede in de Scher meer Gemeente Akersloot woonachtig, op dat ogenblik in de nabijheid op het Land arbeidende. Dat deze bij Pieter Vader gekomen zijnd met hem het huis is rondgelopen en achter de hooiklamp op het Erf staand een man heeft gevonden, welke zich voor hun trachtte te verbergen. Dat de Comparant van verre de beweging ziend, was toegesneld, dat ook nog op hetzelfde tijdstip ter hulp was 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1993 | | pagina 2