Op 9 december 1825 heeft burgemeester Schoehuizen een procesverbaal laten opmaken van het aangespoelde
hout, dat op 8 januari 1826 voor 14,- aan Jacob Steenpater werd verkocht. Of dit bedrag aan de gedupeerden
werd uitgekeerd staat niet vermeld.
Na de overstroming van 1825 werden de dijken nog hersteld door de lokale polder- en dijkbesturen. Thans is de
zorg voor de waterkering in Noord-Holland voor een belangrijk deel opgedragen aan de waterschappen. De
duinen in het zuiden vallen onder de zorg van het Hoogheemraadschap van Rijnland; die boven het
Noordzeekanaal onder Rijkswaterstaat. Bij Petten, waar de duinenrij in het verleden is weggeslagen, ligt de
machtige Hondsbossche zeewering, beheerd door het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, dat
ook de zorg heeft voor de voormalige zeedijken rond het IJsselmeer. Dit waterschap werd opgericht na de laatste
grote overstroming in Noord-Holland in 1916.
Ria Louwe
geraadpleegde litaratuur:
Beyer J.C. Gedenkboek van Neerlandsch watersnood.
Keikes W.H. Tot keringe der wateren.
Schilstra J.J. Wie water deert.
Lambooij H. Stormvloeden en menselijk falen.
Verkade M.A. Den derden dach.
Alkmaarsche courant 1825
De Telegraaf 1825
afd. Voorlichting en Publiciteit Unie van Waterschappen.
Gem. Archief Akersloot, notulen nr. 1.
brievenboek no. 70 en 71.
procesverbaal inv. nr. 230.
29