wordende omzet, vooral met het buitenland, had men meer grond nodig. Ook de verandering van assortiment,
nieuwe soorten tulpen met betere eigenschappen, speelde hierin een rol. De grond hiervoor was in Akersloot niet
voorhanden. In 1922 vestigde de firma Van 't Hof en Blokker zich in Limmen, waar wel geschikte grond
gevonden werd.
Het in Akersloot liggende land werd voor het grootste gedeelte overgenomen door Jan Blokker Jzn.. Zijn
opvolgers waren Jan en Nico Blokker. Na de teloorgang van enkele bedrijven en verplaatsing van andere was
de bollenteelt op Akersloot niet beëindigd. Er worden weer nieuwe bedrijven gesticht. Vooral na 1960 was er
een grote doorbraak en werd Akersloot weer bekend als leliedorp. Het waren toen de beste jaren voor de telers.
De welvaart nam toe, de export nam hand over hand toe en mechanisatie werd waar mogelijk toegepast.
Het waren de vanouds bekende bollentelers die zich hiermee bezig hielden: de Blokkers, Verduin, Baltus,
Teeling, Schoon, Schut, Kruyenaar, Schouten, Buur, Veldt, Kerssens, Nederveen, Mooy, Sikkelerus, Sanders,
Zweeris en de anderen die het "erbij" deden.
De oude "adel" van bollentelers was verdwenen, maar de inzet voor het eigen bestaan was gebleven. Enkele
"grote" zonen heeft Akersloot voortgebracht voor het vak. De heren K. Blokker en P. Boschman.
De eerste was directeur van Van 't Hof en Blokker, en Boschman was leraar in het tuinbouwonderwijs en eerder
in het lager onderwijs.
Zij zijn de grondleggers geweest van de "Hortus Bulborum" in Limmen. Dit is een voor het vak onmisbare
verzameling van oude bolgewassen. Een groot deel van deze gewassen heeft ook ooit in de tuinen van Akersloot
gestaan. Uit archiefonderzoek blijkt dat vanaf de 80er jaren uit de vorige eeuw al druk handel werd gedreven met
bedrijven uit "de Zuid". Er was dus een gevestigde orde van bollentelers. Zij verenigden zich honderd jaar
geleden in een club welke nu nog bestaat. Het eeuwfeest is uitbundig gevierd. Wij houden nu het oog gericht op
het volgende.
Jac. Zweeris.
6
