Op school was ik een gewone leerling, geen uitblinker. In de eerste klas bleef ik zitten. Ik was op mijn manier
netjes op school, ik zat veel met m'n armen over elkaar. Ik ben tot m'n veertiende jaar op de lagere school
geweest. Op m'n veertiende moest ik naar 't ziekenhuis voor een blindedarm-operatie. Toen ik uit het ziekenhuis
kwam, moest ik van school af. Ik moest meteen m'n vader helpen op de boerderij. Vader zorgde dat er werk was
voor allemaal. Hij ploegde een stuk grond om voor tuinbouw of om graan op te kweken. Graan zichten heb ik
vroeger veel gedaan. Maar we waren met vier jongens en we hadden 't niet breed, dus Jan en Jaap werden
uitgestuurd als boerenknecht.
M'n twee oudere broers hadden de landbouwschool gevolgd in Egmond. Ik mocht er niet naar toe van m'n vader.
Hij zei: Je broers hebben er meer kattekwaad uitgehaald, dan dat ze geleerd hebben, dat heeft geen zin". Ik
vond het best. Ik heb een schriftelijke cursus gevolgd en een cursus "De Boerenleergang" in Hoorn. Daar moest
je een dag in de week naar toe. Ik ging met Piet Kerssens, Wim Swart en Fer Kraakman.
M'n vader was in zekere zin streng. Je ging op zondagavond uit, je mocht naar je eigen kermis en dat was
genoeg. Ik ging toch naar de kermis in de omgeving.
Als vader zei: "Om elf uur thuis zijn", dan moest je ook om elf uur thuis zijn, anders was hij de volgende
ochtend slecht te spreken. De deur ging vast, je moest ze uit bed rammelen, dus ze wisten altijd hoe laat of je
thuiskwam. Een keer dat ik op stap ging heb ik de dorsdeuren los gezet.
Aan de noordkant hadden we een dubbel openslaand raam. Toen ik thuiskwam haalde ik de ladder uit de dors
en klom zo naar binnen. De volgende morgen moest ik wel op tijd opstaan om de ladder weer op te ruimen.
Maar meestal zocht je je vermaak in huis. We hadden thuis een kaartersrondje. Dan werden er altijd grappen
uitgehaald zoals water in de klompen. Vooral als mijn vader en moeder niet thuis waren, haalden we een stel
vrienden binnen en hadden veel schik.
Op de foto hiernaast de familie Swart in 1938. Van links naar rechts staand: Gré, Jan, Wim, Rein, Agie.
Zittend: vader Willem, Afra, Jaap, Ria, moeder Marijtje Schermer.
32