verpligting die den Aannemer ter dezer zake op zich heeft genomen, en dat wel zoodra hij daartoe uit eigen hoofd, of van wege de Besteders zal zijn geroepen, ook in het geval den Aannemer mocht komen te overlijden en niettegenstaande in dat geval de aanneming volgens Art. 1648 van het burgerlijk wetboek zou kunnen gehouden worden voor vervallen, waarvan bij dezen wel uitdrukkelijk afstand wordt gedaan en het tegendeel overgekomen. Verklarende eindelijk de Besteders het gemelde werk aan den Aannemer meer genoemde Henricus Joannes Conijn voor bovengenoemde som van vijf en dertig duizend gulden te gunnen. En hebben de Besteders de Aannemer en zijne Borgen, welken alle beloven en zich verbinden zich stiptelijk naar het hierboven gemelde, aan deze acte geannexeerde bestek en aan de geformeerde teekeningen met welker inhoud zij verklaren volkomen bekend in alle deelen te zullen gedragen dit proces-verbaal met hunnen handteekeningen bekragtigd. Gedaan te Akersloot den 12 Juni 1867. Willem Grijskamp, Pastoor. Arie Schoorl, Kerkmeester Jan Kaptein Senior, Kerkmeester K. Terra, Kerkmeester Wilbert Kuijs, Kerkmeester H.S. Conijn G.A. Conijn Hendrik de Groot Op 25 juli 1867 werd de eerste steen gelegd door Alida en Jacob Schoorl, kinderen van kerkmeester Adrianus Schoorl. In het najaar van 1867 stonden de muren op hoogte en was het werk tot aan de bovenkap gevorderd. Ofschoon men hoopte in juni 1868 met de bouw gereed te zijn, moest tot september worden gewacht, dit in verband met het wijzigen van de hoogte van de toren. De toren moest 50 meter hoog worden, 30 meter metselwerk en 20 meter spits. De lengte van de kerk was 36 meter, de breedte 13,50 meter. In het bestek stond, dat het dak met pannen belegd zou worden. Later is dit veranderd in blokleien, waarvoor f. 1590,88 extra moest worden betaald. 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1992 | | pagina 26