1848 tot 1849.
1851.
1940.
1 mei 1827 vormen Heiloo en Limmen weer afzonderlijke gemeenten (een Koninklijk Besluit na herstel van de
Nederlandse onafhankelijkheid).
Door de gouverneur wordt in het kader van het zo genoemde "grietenijenplan" van minister De Kempenaer in
1848 voorgesteld te komen tot vereniging van Oudorp, Ursem, Schermer en Zuidschermer, Schermerhorn, Graft,
De Rijp, Oterleek en Akersloot. In 1849 wordt Limmen in deze combinatie opgenomen. Door ministers-wisseling
is dit plan echter blijven rusten.
In 1851 overwegen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken,
Thorbecke, andermaal, welke gemeenten voor opheffing of vereniging in aanmerking komen. Het college komt
echter niet met een plan. In de tweede helft van de 19e eeuw ondergaat Akersloot een struktuurverandering door
het opkomen van de tuinbouw.
De veehouderij, waarvoor de landerijen buiten de Schermer zeer geschikt zijn door de aanwezigheid van een dun
kleidek op de veengrond, is er van groot belang. In de 20e eeuw is ook de watersport voor Akersloot van
betekenis geworden, vooral sinds de opening van een jachthaven in 1936.
De secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken doet in september 1940 het voorstel te komen tot samenvoeging
van Limmen, Akersloot en Uitgeest. In 1941 wordt door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een commissie
ingesteld ter bestudering van de gemeentelijke indeling van Noord-Holland. De commissie staat onder
voorzitterschap van prof. dr. H.N. ter Veen, hoogleraar aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam.
Akersloot voelt wel voor aansluiting bij Limmen. Ondanks het verschil in beroepsstructuur komen beide
gemeenten in karakter wel overeen en juist door deze structuur is veelzijdigheid en daardoor hechtheid van
bestaansmogelijkheden in een eventuele nieuwe gemeente gewaarborgd.
15