Vaste- en bedrijfskapitaal.
Al de genoemde bazen zijn personen met geen of weinig geld; eenige hebben hun huizen enz. in eigendom maar
belast met hypotheek, andere huren een woning en werkplaats. Bedrijfskapitaal bezitten zij weinig, doch de
meesten wel zoveel, dat zij zich vrijwel kunnen redden.
Aanschaffing van grondstoffen.
De patroons koopen hun grondstoffen van grossiers of fabrikanten, doch niet coöperatief, meestal op betaling van
3 maanden of 1 jaar; de slagers koopen contant.
Werktuigen en machines.
Machines worden alhier niet door den patroon gebruikt, noch bijzondere gereedschappen.
Arbeidskrachten en arbeidsvoorwaarden.
Somtijds hebben de timmerlieden een of twee knechts, doch dan doorgaans in den zomer, 's winters is er bijna
nooit werk; dit is ook het geval met de metselaars en huisschilders; de smeden werken ieder met een opgeschoten
jongen, deze zullen 1,— a 1,50 per week verdienen, de timmer-, metselaars- en schilderknechts verdienen
doorgaans 15 a 16 cent per uur, en werken dan gemiddeld 10 a 12 uur per dag, de meeste bakkers hebben een
knecht of een zoon in hun zaak, daar wordt meestal alle dagen gebakken, te beginnen 's morgens 5 a 6 uur en
het werk is dan met inbegrip van het venten doorgaans 's avonds 6 uur wel afgeloopen; de kleer- en
schoenmakers werken alleen, en hun tijd van werken hangt af van veel of weinig werk.
Verwerking der grondstoffen.
De timmerlieden en metselaars hebben in hoofdzaak reparatiewerk; nieuwe huizen worden weinig gebouwd, het
benoodigde materiaal wordt dan ook door hen geleverd en zij werken doorgaans voor 15 a 16 cent per uur; de
schoen- en kleermakers hebben ook in hoofdzaak reparatiewerk, nieuwe schoenen en kleeren worden bijna steeds
elders gekocht; het werk van de smeden bestaat in hoofdzaak in hoefbeslag, reparatie aan wagens, kachels,
landbouwgereedschappen enz. hun werkloon bedraagt ook meestal 15 a 16 cent per uur; de bakkers bakken
wittebrood, beschuit en roggebrood, de hoeveelheid is moeilijk op te geven; de slagers slachten doorgaans ieder
een varken per week; het rundvleesch, dat zij verkoopen, betrekken zij veelal van slagers uit een andere plaats;
de huisschilders verrichten steeds gewoon schilderwerk met bijlevering van de verf.
10
